f)
Als de meting is beëindigd, wordt de manchet ontlucht. De
systolische en diastolische bloeddruk en de polsslag met het
polssymbool worden op het display weergegeven. Het
opslagsymbool knippert kort, de gemeten waarden worden
automatisch opgeslagen. In het geheugenbereik kunnen
maximaal 90 meetwaarden worden opgeslagen.
7.4 Het toestel uitschakelen
Door de aan-uit-/start toets in te drukken wordt de meting be-
ëindigd en het toestel uitgeschakeld.
Als u het toestel vergeet uit te schakelen, schakelt dit na ca. 1
minuut automatisch uit.
Een meting uitvoeren 7
systole
diastole
(bovenste
(onderste (hart-
waarde)
waarde)
pols
frequentie)
15