3. INSTALLATIE EN AANSLUITING (vervolg)
De elektrische voedingskabel moet, op gepaste manier, voorzien zijn
van een beveilingszekering van het type motorvoeding (aM) of een
stroomonderbreker met D-curve en een diferentieelschakelaar 30mA (zie
tabel hieronder).
Modellen
Elektrische voeding
Smeltzekering type aM
Stroomonderbreker met D-curve
Kabelsectie
Gebruik een voedingskabel van het type RO 2V / R 2V of equivalent.
De kabelsecties worden gegeven voor een maximale lengte van 25 m.
Deze moeten echter worden gecontroleerd en aangepast afhankelijk van
de installatieomstandigheden.
Schakel altijd de hoofdschakelaar uit alvorens de elektriciteitsdoos te
openen.
3.5 Eerste gebruik
Opstartprocedure - zodra de installatie beëindigd is, moet u de volgende
stappen volgen en respecteren :
1) Draai de ventilatoren handmatig om te controleren of deze met de hand
gedraaid kunnen worden en of het blad op de motorboom bevestigd is.
2) Controleer of de eenheid correct op de hoofdvoeding aangesloten is (zie
bedradingsschema in bijlage).
3) Activeer de filterpomp.
4) Controleer of alle waterkleppen openstaan en dat het water naar de
eenheid loopt alvorens in verwarming of koeling opstart.
5) Controleer of de drainageleiding correct vastgemaakt is en niet verstopt is.
6) Schakel de elektrische voeding van de eenheid in en druk daarna op de
Start/Stop-knop
10
V/Ph/Hz
230V
A
A
mm
2
op het controlepanneel.
ENPI4M
50Hz
8 aM
8 D
3G 2,5
ENPI6M
230V
50Hz
10 aM
10 D
3G 2,5