Opbergen
Bewaar de gesteriliseerde vernevelaar in een droge, stofvrije en contamina-
tievrije ruimte.
6.4.3
Onderhoud van de aansluitslangen
• Indien er in de persluchtslang (2) en/of in de bolusslang (6) zichtbaar con-
dens optreedt, dient u beide van de vernevelaar af te halen en te handelen
zoals in paragraaf 6.3.5 is beschreven.
• Wanneer het toestel voor een andere patiënt wordt gebruikt of in geval van
vervuiling, dient het slangensysteem van de PARI SINUS te worden ver-
vangen (artikelnummer 041B4570).
NL
123