5.
Meet de verticale afstand van de vloer
naar elk punt. Bereken het verschil tussen
de afstanden D
en bereken de afstanden D
te bepalen.
6.
Calculeer de maximale toelaatbare
offset afstand en vergelijk dit met het
verschil van D
vergelijking. Als het totaal niet minder dan
of gelijk is aan de berekende maximale
offset afstand, dan moet het apparaat
aan de Stanley-distributeur geretourneerd
worden.
Voorbeeld: D
= 10 m, D
1
D
= 30,75 mm, D
P1
D
= (30,75 mm - 30 mm) = 0,75 mm
3
D
= (29 mm - 29,75 mm) = - 0,75 mm
4
mm
0,33
m
(0,75 mm) - (- 0,75 mm) = 1,5 mm
1,5 mm ≤ 2,97 mm (TRUE, apparaat is binnen tolerantie)
Nauwkeurigheid horizontale straal
1.
Plaats het laserapparaat zoals in de
afbeelding is getoond met de laser aan.
Richt de verticale straal op de eerste hoek
of op een referentiepunt. Meet de helft
van de afstand D
77-021
en D
om D
te bepalen,
P1
P3
3
en D
om D
P2
P4
en D
zoals getoond in de
3
4
= 0,5 m
2
= 29 mm, D
P2
P3
x (10 m - (2 x 0,5 m) = 2,97 mm (maximale offset afstand)
en markeer punt P
1
1
(D
- D
) = D
P1
P3
P
1
4
P
3
D
P3
Maximale offset afstand:
= 0,33
Max
= 0,004
D
- D
3
= 30 mm, D
= 29,75 mm
P4
.
3
P
4
P
2
D
D
D
P4
P1
P2
(D
- D
) = D
P2
P4
4
mm
x (D
m - (2 x D
m))
m
1
2
in
x (D
ft - (2 x D
ft))
ft
1
2
Vergelijk:
≤ ± Max
4
D
1
D
1
2
P
1
D
1
2
121