OBJ_BUCH-947-004.book Page 101 Friday, July 3, 2009 8:44 AM
Druk voor het beëindigen van de minimum- of
maximummeting kort op de meettoets 7. Als u
opnieuw op de meettoets drukt, start de meting
opnieuw.
De minimum- of maximummeting kan ook bij
lengtemeting binnen andere meetfuncties (bij-
voorbeeld oppervlaktemeting) worden gebruikt.
Druk daarvoor bij de bepaling van afzonderlijke
meetwaarden op de toets 13, eenmaal voor de
minimummeting of tweemaal voor de maximum-
meting. Duw vervolgens op de meettoets 7 om
de laserstraal in te schakelen. Beweeg het meet-
gereedschap zo dat de gewenste minimum- of
maximumwaarde wordt gemeten en druk op de
meettoets 7 voor de overname van de minimum-
of maximumwaarde in de lopende berekening.
Bij vertraagde lengtemeting en in de afsteek-
functie zijn geen minimum- of maximummetin-
gen mogelijk.
De minimum- of maximummeting wordt na
5 minuten automatisch uitgeschakeld.
Oppervlaktemeting
Druk voor oppervlaktemetingen zo vaak op de
toets 4 tot in het display de indicatie voor opper-
vlaktemeting
verschijnt.
Meet vervolgens lengte en breedte na elkaar,
net als bij een lengtemeting. Tussen de beide
metingen blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na afsluiting van de tweede
meting wordt de oppervlakte
automatisch berekend en in
de resultaatregel c weergege-
ven. De afzonderlijke meet-
waarden staan in de meet-
waarderegels a.
Bosch Power Tools
Inhoudsmeting
Druk voor inhoudsmetingen zo vaak op de toets
4 tot in het display de indicatie voor inhoudsme-
ting
verschijnt.
Meet vervolgens lengte, breedte en hoogte na
elkaar, net als bij een lengtemeting. Tussen de
drie metingen blijft de laserstraal ingeschakeld.
Na afsluiting van de derde
meting wordt de inhoud auto-
matisch berekend en in de re-
sultaatregel c weergegeven.
De afzonderlijke meetwaar-
den staan in de meetwaarde-
regels a.
3
Waarden boven 999999 m
weergegeven. In het display verschijnt „ERROR"
en „––––". Verdeel de te meten inhoud in ver-
schillende metingen waarvan u de waarden
apart berekent en vervolgens optelt.
Indirecte lengtemeting (zie afbeeldingen H–K)
De indirecte lengtemeting dient voor het bepa-
len van afstanden die niet rechtstreeks kunnen
worden gemeten, omdat een hindernis de laser-
straal belemmert of omdat er geen doelopper-
vlak als reflector beschikbaar is. Correcte resul-
taten worden alleen bereikt als de bij de meting
vereiste rechte hoeken nauwkeurig worden aan-
gehouden (stelling van Pythagoras).
Let erop dat het referentiepunt van de meting
(bijvoorbeeld achterkant van het meetgereed-
schap) bij alle afzonderlijke metingen binnen
één complete meting op nauwkeurig op dezelf-
de plaats blijft (uitzondering: trapeziummeting).
Tussen de afzonderlijke metingen blijft de laser-
straal ingeschakeld.
Voor de indirecte lengtemeting staan vier meet-
functies ter beschikking waarmee telkens ver-
schillende lijnstukken kunnen worden gemeten.
Voor de keuze van de meetfunctie drukt u zo
vaak op de functiewisseltoets 3 tot het symbool
van de gewenste meetfunctie in het display
wordt weergegeven.
Nederlands | 101
kunnen niet worden
1 609 929 T67 | (3.7.09)