11. De batterijen vervangen
Wanneer de batterijen bijna leeg zijn, stopt de
laserkop met draaien en gaat de laserstraal knipperen.
1. Het batterijencompartiment (13) bevindt
1. Vervang de batterijen door 3 nieuwe AA
alkalinebatterijen en zorg ervoor dat de
polen (- en +) overeenkomen met de
markeringen in het compartiment.
Vervang alle 3 de batterijen tegelijk.
12. De laser controleren
X-as
Hier volgens enkele eenvoudige aanwijzingen om de
nauwkeurigheid van uw laser te controleren. Denk
eraan dat de laser een precisie-instrument is. U dient
er voor te zorgen dat de laser in goede staat verkeert
en goed gekalibreerd is. De nauwkeurigheid van uw
werk valt volledig onder uw eigen
verantwoordelijkheid.
U dient uw instrument dan ook regelmatig te
controleren, vooral voorafgaande aan een
belangrijke opdracht.
zich achter de wandklem. Open de klem
(15) om bij het compartiment te kunnen
komen.
51
Y-as