8) Een hoog en gelijkmatig trapritme aanhouden helpt
u om in evenwicht te blijven op de rollen dankzij het
gyroscopische effect van de snelheid van de wielen.
9) In het begin zal het trappen op de rollen en gevoel
van instabiliteit geven en door het stuur te heftig te
bewegen of met een zwaar ritme te trappen kunt u de
macht over de fiets verliezen. Dit is het grote voordeel
van rollen ten opzichte van standaard trainingsappara-
ten. De rollen zullen u leren hoe u de beweging van het
bovenste gedeelte van uw lichaam moet verminderen
en hoe u een gelijkmatig trapritme kunt houden.
10) Zodra u zich vertrouwd gemaakt heeft met de
E-MOTION kunt u van weerstandsniveau veranderen
door de weerstandsschuif in stand "1" (fig. 16) of "2"
(fig. 17) te zetten.
11) Gebruik om te stoppen niet de remmen van de
fiets. Zet uw voet op het frame van de E-MOTION en
laat de fiets tot stilstand komen.
12) Het is mogelijk om de hardheid van het oscillatie-
systeem waar de E-MOTION mee uitgerust is in te
stellen, door eenvoudigweg de hartafstand van de
soepele bevestigingspen zodanig te verplaatsen dat
deze met minder (fig. 18) of meer kracht (fig. 19)
gespannen wordt.
VERZORGING EN ONDERHOUD
1) Langdurige blootstelling aan direct zonlicht kan tot
vervorming van de rollen van technopolymeer leiden.
Gebruik of houd de rollen niet in rechtstreeks zon-
16
licht.
2) Maak de rollen na gebruik altijd schoon. Gebruik
alleen een vochtige doek. Gebruik geen oplosmidde-
len of agressieve schoonmaakproducten.
3) Als de E-MOTION lange tijd niet gebruikt wordt maak
de drijfriem dan los en verwijder hem uit de betreffen-
de geleiders of zet de voorste rol op de positie van de
minimum afstand zodat de riem niet constant gespan-
nen is. Als de riem constant gespannen is kan dit tot
17
vroegtijdig verlies van de aandrijfefficiëntie leiden.
4) De lagers die verbonden zijn met rol zijn zelfsme-
rend en vergen geen onderhoud.
5) Controleer regelmatig of de borgschroeven van de
rol goed aangedraaid zijn waarbij erop gelet moet
worden dat de kunststof delen niet vervormd worden.
6) In geval van slijtage of breuk van de drijfriem, moet
deze als volgt vervangen worden.
A) Draai de bevestigingsschroeven van de wiel-
steun eruit (fig. 20 en 21).
NL
18
19
51