Tru-Test 6 J Manual Del Usuario página 59

Ocultar thumbs Ver también para 6 J:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 12
Lage snelheid - dag
Het elektro-afrasteringsapparaat werkt overdag
Hoge snelheid - nacht
bij lage snelheid (2,5 seconden tussen
stroomimpulsen) en 's nachts bij hoge snelheid
(1,5 seconden tussen stroomimpulsen). Bij deze
instelling werkt het elektro-afrasteringsapparaat
op vol vermogen. Deze instelling is voor
nachtactieve dieren bestemd en en helpt de
batterijcapaciteit te sparen als het elektro-
afrasteringsapparaat met een batterij wordt
gevoed.
Hoge snelheid - dag
Het elektro-afrasteringsapparaat werkt overdag
Lage snelheid - nacht
bij hoge snelheid (1,5 seconden tussen
stroomimpulsen) en 's nachts bij lage snelheid
(2,5 seconden tussen stroomimpulsen). Bij deze
instelling werkt het elektro-afrasteringsapparaat
op vol vermogen. Deze instelling is voor
dagactieve dieren bestemd en en helpt de
batterijcapaciteit te sparen als het elektro-
afrasteringsapparaat met een batterij wordt
gevoed.
Laag vermogen
Het elektro-afrasteringsapparaat werkt met half
vermogen en bij hoge snelheid (1,5 seconden
tussen stroomimpulsen).
Volledig vermogen
Het elektro-afrasteringsapparaat werkt met
volledig vermogen en bij hoge snelheid
(1,5 seconden tussen stroomimpulsen).
Afrasteringsspanning aflezen
De signaallampjes geven de spanning bij de aansluiting met volledige
spanning van het elektro-afrasteringsapparaat aan. Elk segment van
het signaallampje staat voor een waardeverhoging van ca. 1 kV
(1000 V) uitgangsspanning. Als bijvoorbeeld de eerste acht segmenten
van het signaallampje bij elke impuls gaan branden, bedraagt de
uitgangsspanning ca.8 kV (8000 V).
N.B.:
als er tien segmenten branden, bedraagt de uitgangsspanning
mogelijkerwijs meer dan 10 kV (10.000 V).
Als u bij elke impuls alleen rode en geen groene lampjes ziet branden,
is de afrasteringslijn overbelast, zodat u mankementen in de
afrasteringslijn moet gaan zoeken. Zie
Vragen/Problemen Oplossen
op blz. 65.
Alleen bij de modellen 6000i, X6i en 406i:
Als het elektro-afrasteringsapparaat werkt, geven de grote cijfers op het
LCD-display de uitgangsspanning bij de aansluiting met volledige
spanning van het elektro-afrasteringsapparaat aan.
N.B.:
als de grote cijfers op het LCD-display 1,0 kV knipperen, geeft dit
aan dat de afrasteringsspanning lager is dan 1000 V. Er is sprake van
een ernstige storing op de afrasteringslijn. Zie "Hoe spoor ik storingen
Vaak gestelde vragen/Problemen oplossen
op?" in
Aardingscontrole (modellen 6000i, X6i en 406i)
De kwaliteit van de aarding is van invloed op de afrasteringsspanning.
Dankzij de aardingscontrole kunt u de aardingskwaliteit in het oog
Vaak Gestelde
op blz. 65.
houden om uw elektro-afrastering ten volle te benutten. Een lage
spanning op de aardingscontrole betekent een goede
aardingsverbinding. Een hoge spanning op de aardingscontrole
betekent een slechte aardingsverbinding.
Aardingscontrole inrichten
De aardingscontrole vergelijkt de spanning van het aardingssysteem
van het elektro-afrasteringsapparaat met die van een afzonderlijke
aardpen. Overtuig u ervan dat de aardpen minstens 10 m van andere
aardingssystemen, ook van het elektro-afrasteringsapparaat, verwijderd
is. Plaats de aardpen in tegenovergestelde richting van de uitvoerdraad.
Sla een 2 m lange aardpen in de grond. Gebruik geïsoleerde
hoogspanningskabel en een aardingsklem om de aardpen en de
aansluiting aardingscontrole van de afrastering met elkaar te verbinden.
Zorg ervoor dat de isolatieslang ver genoeg wordt afgetrokken om een
goed contact tussen de draad en de aardpen te garanderen.
Ardecontrole
Als het eerste signaallampje continu brandt, betekent dit dat de
aardespanning hoger is dan 0,8 kV en dat een betere aarding te
adviseren is. Voeg meer aardpennen toe of zoek een betere plaats voor
het aardingssysteem van het elektro-afrasteringsapparaat. De kleine
cijfers op het LCD-display geven de spanning aan die naar het
aardingssysteem loopt als de keuzeschakelaar is ingesteld op
,
of
. De aardespanning moet steeds onder 0,8 kV blijven.
Als de kleine cijfers 3,0 kV knipperen, betekent dit dat de
aardespanning hoger is dan 3,0 kV. Zie
en testen
op blz. 63 voor informatie over efficiënte installatie van een
aardingssysteem.
Batterijspanning testen
De batterij-testinstelling van het elektro-afrasteringsapparaat kan
worden gebruikt om de batterijspanning te controleren.
Als de keuzeschakelaar is ingesteld op Batterijtest
signaallampjes de ingangsspanning aan. Dit kan nuttig zijn om de
batterijlading te controleren.
N.B.:
als de keuzeschakelaar op Batterijtest
elektro-afrasteringsapparaat langzame stroomimpulsen (met
tussenpozen van 2,5 seconden) en de afrastering is stroomvoerend.
Lampjes
Ingangs-
spanning
Boven 17,0 V
12,6 V-17,0 V
,
Een aardingssysteem installeren
, geven de
is ingesteld, geeft het
Installatie met alleen
batterij
Abnormale toestand,
controleer batterij en
aansluitingen.
Volledige batterijspanning
(80-100%):
Geen maatregelen
vereist.
59

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido