DE OVEN REINIGEN:
1. Verwijder mogelijk gemorst materiaal met papieren doeken.
Gebruik een propere droge borstel om eventuele etensresten
tussen de ovenbodem en de binnenkant van de ovendeur te
verwijderen.
2. Draag beschermende rubberen handdoeken en
een veiligheidsbril en spuit behoedzaam niet bijtende
merknaamovenreiniger op alle interne oppervlakken van de
oven, behalve op de dichting van de deur (A).
SPUIT NIET RECHTSTREEKS IN DE VENTILATOROPENING
achteraan in de oven.
3. Laat op moeilijke plaatsen 10 minuten inwerken met de
ovendeur open.
Gebruik een niet-schurende nylon spons of iets dergelijks om het
kookvak, de bovenkant en de binnenkant van de deur te reinigen.
Wrijf niet over de dichting van de deur en gebruik geen metalen
sponzen.
4. Afspoelen met een schone doek en voldoende zuiver,
warm water. Drogen met een schone droge doek of papieren
handdoekjes.
Herplaats alle gereinigde ovendelen.
Sluit de ovendeur en maak de buitenkant van de oven schoon
met een vochtige doek.
GEBRUIK DE OvEN NIET WANNEER ER GEEN
pROpERE LUChTFILTER IS GEpLAATST.
166
Gids snel starten. Vertaling van de originele instructies.
Bestelnummer 32Z3801 NL Uitgave 3
1
2
3
4
A