NL
neemt het vermogen toe). Als het vermogen te laag ingesteld wordt kan het gebeuren dat de obstakelde-
tector inschakelt. MAS100 (indien ingeschakeld)
- De PW regeling wordt niet in aanmerking genomen bij elk begin van een beweging, waarbij gedu-
rende enkele seconden vol vermogen wordt gegeven (aanloopfase) en tijdens de Soft-stop.
OBSTAKELDETECTOR
Deze controleert wanneer de motor mechanisch geblokkeerd wordt en laat als gevolg daarvan (gedurende
een paar seconden) een beweging tegengesteld aan de looprichting uitvoeren. Het inschakelen ervan wordt
aangegeven doordat de led L1 enkele keren knippert. De volgende (handbediende) beweging na het inscha-
kelen ervan is tegengesteld aan die vóór de blokkering uitgevoerd werd, bijvoorbeeld als de motor tijdens
het openen geblokkeerd wordt, wordt er automatisch een korte sluitbeweging uitgevoerd en door op de
Start/Stop-drukknop in te drukken wordt het sluiten weer gestart.
- De obstakeldetector is uitgeschakeld tijdens de vertragingsfase.
TRIAC TEST
Door een storing aan dit onderdeel kan de werking en de veiligheid van de installatie in gevaar gebracht
worden. Daarom is er vóór elke beweging een controle opgenomen.
Als er een storing is wordt de besturingskast geblokkeerd en knippert het controlelampje poort open een
paar keer langzaam.
SOFT START
Met de soft start functie wordt het begin van de beweging geleidelijk uitgevoerd waardoor er schokbewe-
gingen van de poort vermeden worden. Deze functie kan in ieder geval uitgeschakeld worden door Jp1 (det.
6 fig. 1) te overbruggen.
Let op: door Jp1 te overbruggen is de kracht van de motor altijd maximaal.
PARALLELE AANSLUITING VAN 2 MOTOREN
Indien er 2 motoren aangesloten moeten worden (bijvoorbeeld bij installaties voor het openen van kantel-
deuren), moeten de 2 motoren en de 2 condensatoren parallel rechtstreeks op de aansluitklemmen van de
K100 aangesloten worden.
VERTRAGING
Bij enkele modellen kan het startpunt van de vertragingsfase geregeld worden door de trimmer TR (detail 19 van fig. 1).
Als er bij een installatie, waarbij de soft-stop toegepast wordt, tijdens de overgang van de normale snelheid
op langzaam, schokkende bewegingen aan de poort optreden, dan kan de wijze van de overgang als volgt
veranderd worden:
A - Schakel de stroomvoorziening uit.
B - Druk gelijktijdig op de Start/Stop-drukknop en de STOP-drukknop op de besturingskast (det. 1 en 2 fig. 1)
C - Schakel de stroomvoorziening weer in.
D - De led L1 (det. 10 fig. 1) geeft een korte signalering om aan te geven dat de overgang plaatsgevonden heeft.
Om naar de oorspronkelijke configuratie terug te gaan moet u de hierboven genoemde sequentie eenvou-
digweg herhalen.
EINDTEST
Voer nadat de diverse programmeringen uitgevoerd zijn altijd een eindtest uit.
- Controleer of de beveiligingssystemen (obstakeldetector, noodstop, fotocellen, vaste druklijsten enz.)
goed functioneren.
- Controleer of de signaleringssystemen (knipperlichten, controlelampje poort open enz.) goed functioneren.
- Controleer of de besturingssystemen (Start/Stop-drukknop, afstandsbediening enz.) goed functioneren.
50