beneden drukken en in de zaagrichting naar vo
ren bewegen.
8.3
Delen uitzagen (invallend zagen)
Om bij invallend zagen een terugslag te
voorkomen dienen de volgende aanwij
zingen beslist in acht te worden genomen:
–
Plaats de machine altijd met de achterkant
van de zaagtafel tegen een vaste aanslag.
–
Zet de machine bij het werken met de ge
leiderail tegen de terugslagstop FS-RSP
(accessoires) [9-4] die op de geleiderail
wordt vastgeklemd.
Handelwijze
► Plaats de machine op het werkstuk en zet
deze tegen een aanslag (terugslagstop).
► Schakel de machine in.
► Druk de machine langzaam tot de ingestel
de zaagdiepte omlaag en beweeg deze in de
zaagrichting vooruit.
De markeringen [7-1] geven bij maximale zaag
diepte en gebruik van de geleiderail het voorste
en achterste zaagpunt van het zaagblad (Ø 160
mm) aan.
8.4
Gips- en cementgebonden vezelplaten
Vanwege de hoge stofontwikkeling wordt gead
viseerd gebruik te maken van de aan de zijkant
van de beschermkap te monteren afdekking
ABSA-TS55 (accessoire) en een Festool mobiele
stofafzuiger.
9
Onderhoud en verzorging
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel, elektrische schokken
► Vóór alle onderhouds- en reinigingswerk
zaamheden de stekker altijd uit het stop
contact trekken!
► Alle onderhouds- en reparatiewerkzaam
heden waarvoor het vereist is om de behui
zing te openen, mogen alleen in een geau
toriseerde onderhoudswerkplaats worden
uitgevoerd.
Klantenservice en reparatie alleen
door fabrikant of door servicewerk
plaatsen. Adres bij u in de buurt op:
www.festool.nl/service
Alleen originele Festool-reserveon
EKAT
4
derdelen gebruiken! Bestelnr. op:
www.festool.nl/service
5
3
2
1
De machine is met zelfuitschakelbare speciale
koolstofborstels uitgerust. Zijn die versleten,
dan volgt een automatische stroomonderbre
king en komt de machine tot stilstand.
De volgende aanwijzingen in acht nemen:
► Beschadigde beveiligingsinrichtingen en
onderdelen,bijv. een defecte hendel voor de
gereedschapswisseling [1-5], moeten op
deskundige wijze in een erkende en gespe
cialiseerde werkplaats gerepareerd en ver
vangen worden, voor zover niets anders in
de gebruiksaanwijzing aangegeven is.
► Controleer toestand en probleemloze werk
ing van de terughaalveer die de gehele aan
drijfeenheid in de bovenste beveiligde eind
positie drukt.
► Zorg ervoor dat de koelluchtopeningen in de
motorbehuizing altijd vrij en schoon zijn om
de luchtcirculatie te waarborgen.
► Om splinters en spanen uit het elektrische
gereedschap te verwijderen, dienen alle
openingen te worden schoongezogen. Open
nooit de beschermende kap [1-18].
► Bij werkzaamheden met gips- en cement
gebonden vezelplaten het apparaat bijzon
der grondig reinigen. Reinig de ventilatie
openingen van het elektrische gereedschap
en de aan-/uit-schakelaar met droge en
olievrije perslucht. Anders kan zich gips
houdend stof in de behuizing van het elek
trische gereedschap en op de aan-/uit-
schakelaar afzetten en in verbinding met
luchtvochtigheid uitharden. Dat kan tot na
delige beïnvloeding van het schakelmecha
nisme leiden.
9.1
Bijgeslepen zaagbladen
Met behulp van de instelschroef [8-1] kan de
zaagdiepte van bijgeslepen zaagbladen nauw
keurig worden ingesteld.
► Stel de zaagdiepteaanslag [8-2] in op 0 mm
(met geleiderail).
► Ontgrendel het zaagaggregaat en druk het
tot aan de aanslag omlaag.
► Schroef de instelschroef [8-1]zover naar
binnen, tot het zaagblad het werkstuk raakt.
9.2
Zaagtafel wankelt
Bij de instelling van de zaaghoek moet de
zaagtafel op een plat vlak staan.
Wankelt de zaagtafel, dan moet de instelling
opnieuw uitgevoerd worden (hoofdstuk
Nederlands
7.3
) .
67