7
Inspectie en onderhoud
7
Inspectie en onderhoud
WAARSCHUWING: Verbrandingsgevaar door heet wa-
ter!
▶ Boiler voldoende laten afkoelen.
▶ Voor alle onderhoudswerkzaamheden laat u de boiler afkoelen.
▶ Reiniging en onderhoud in de opgegeven intervallen uitvoeren.
▶ Gebreken onmiddellijk herstellen.
▶ Gebruik alleen originele wisselstukken!
7.1
Inspectie
Overeenkomstig DIN EN 806-5 moeten boilers elke 2 maanden worden
gecontroleerd. Controleer daarbij de ingestelde temperatuur en verge-
lijk deze met de feitelijke temperatuur van het verwarmde water.
7.2
Onderhoud
Overeenkomstig DIN EN 806-5, bijlage A, tabel A1, regel 42 is jaarlijks
onderhoud vereist. Daaronder vallen de volgende werkzaamheden:
• Functiecontrole van het overstortventiel
• Dichtheidscontrole van alle aansluitingen
• Reiniging van de boiler
• Controle van de anode
7.3
Onderhoudsintervallen
Het onderhoud moet afhankelijk van debiet, bedrijfstemperatuur en wa-
terhardheid worden uitgevoerd ( tabel 8). Op grond van onze jaren-
lange ervaring adviseren wij daarom het gebruik van de
onderhoudsintervallen volgens tabel 8.
Het gebruik van gechloreerd drinkwater of waterontharders verkort de
onderhoudsintervallen.
De waterkwaliteit kan bij het plaatselijke waterbedrijf worden opge-
vraagd.
Afhankelijk van de watersamenstelling zijn afwijkingen van de genoemde
waarden zinvol.
Waterhardheid [°Dh]
Calciumcarbonaatconcentratie in
[mol/ m³]
Temperaturen
Bij normaal debiet (< boilerinhoud/24 h)
< 60 °C
60...70 °C
> 70 °C
Bij verhoogd debiet (> boilerinhoud/24 h)
< 60 °C
60...70 °C
> 70 °C
Tabel 8 Onderhoudsintervallen in maanden
7.4
Onderhoud
7.4.1
Overstortventiel controleren
▶ Overstortventiel jaarlijks controleren.
7.4.2
Boiler ontkalken/reinigen
▶ Maak de boiler aan de drinkwaterzijde van het net los.
▶ Sluit de afsluiters en bij gebruik van een elektrische weerstand maakt
u deze van het elektriciteitsnet los ( afb. 24, pagina 73).
▶ Boiler aftappen ( afb. 25, pagina 73).
▶ Open de inspectieopening op de boiler ( afb. 28, pagina 74).
▶ Onderzoek de binnenruimte van de boiler op verontreinigingen (kalk-
aanslag).
-of-
64
3...8,4
8,5...14
> 14
0,6...1,5
1,6...2,5
> 2,5
Maanden
24
21
15
21
18
12
15
12
6
21
18
12
18
15
9
12
9
6
▶ Bij kalkarm water:
controleer het reservoir regelmatig en verwijder kalkaanslag.
-of-
▶ Bij kalkhoudend water respectievelijk sterke verontreiniging:
ontkalk de boiler afhankelijk van de optredende kalkhoeveelheid re-
gelmatig via een chemische reiniging (bijvoorbeeld met een geschikt
kalkoplossend middel op citroenzuurbasis).
▶ Boiler uitspuiten ( afb. 29, pagina 74).
▶ Verwijder resten met een natte/droge zuiger met kunststof aanzuig-
buis.
▶ Inspectieopening met nieuwe dichting sluiten ( afb. 30 en
31, pagina 75).
▶ Neem de boiler weer in bedrijf ( hoofdstuk 6.1, pagina 63).
7.4.3
Magnesiumanode controleren
De magnesiumanode is een beschermende anode, die
door het gebruik van de boiler wordt verbruikt.
Wanneer de magnesiumanode niet goed worden onder-
houden, komt de garantie van de boiler te vervallen.
Wij adviseren, jaarlijks de stroom met de anodetester te meten
( afb. 32, pagina 75). De anodetester is als toebehoren leverbaar.
Testen met de anodetester
De bedieningshandleiding van de anodetester moet wor-
den gerespecteerd.
Bouw bij gebruik van een anodetester voor een goede meting de magne-
siumanode geïsoleerd in ( afb. 32, pagina 75).
De veiligheidsstroommeting is alleen mogelijk bij een met water gevulde
boiler. Let op een goed contact van de aansluitklemmen. Sluit de aan-
sluitklemmen alleen aan op metaal blanke oppervlakken.
▶ Maak de aardkabel (contactkabel tussen anode en boiler) los aan één
van beide aansluitpunten.
▶ Sluit de rode kabel aan op de anode, de zwarte kabel op de boiler.
▶ Bij gebruik van een aardingskabel met stekker: sluit de rode kabel
aan op de schroefdraad van de magnesiumanode.
▶ Verwijder de aardkabel voor de meetprocedure.
▶ Sluit na iedere test de aardkabel weer aan conform de voorschriften.
Als de anodestroom < 0,3 mA is:
▶ Magnesiumanode vervangen.
Pos.
Omschrijving
1
Rode kabel
2
Schroef voor aardkabel
3
Handgatdeksel
4
Magnesiumanode
5
Schroefdraad
6
Aardkabel
7
Zwarte kabel
Tabel 9 Testen met de anodetester ( afb. 32, pagina 75)
Visuele inspectie
Laat het oppervlak van de magnesiumanode niet met olie
of vet in contact komen.
▶ Let op eventuele vervuiling.
▶ Koudwateringang afsluiten.
▶ Boiler drukloos maken ( afb. 24, pagina 73).
▶ Demonteer de magnesiumanode en controleer deze ( afb. 33,
pagina 75 en afb. 34, pagina 76).
SF500.5... | SF750.5... | SF1000.5... – 6 720 821 497 (2017/05)