5. A
FSPELEN
Deze regelaar gebruikt de kanaalfaders en knipperende kanaalknoppen voor meerdere dingen. In dit geval
worden kanaalfaders 13-24 (37-48) gebruikt voor het afspelen van scènes die al zijn opgenomen. Dit is alleen
wanneer de regelaar in de Chase◄►Scene-modus is. In dit geval bedient Master Fader A de handmatige
faderbedieningselementen, terwijl Master Fader B de scènes bedient die worden afgespeeld.
Een scène afspelen
Een scène kan tot 1000 stappen bevatten. De term stappen en scènes worden door elkaar heen gebruikt in
deze handleiding.
Afspelen van een scène met audiotriggering
Actie ·
1.
2.
3.
4.
Afspelen van een scène met de speed-schuif
Actie ·
1.
2.
3.
4.
Afspelen van een scène met de standaard beat
Actie ·
1.
2.
3.
4.
5.
6.
Rev. 9
Selecteer uw Scène zoals is
beschreven in bovenstaande
paragraaf.
Druk op de knop Audio totdat zijn
LED-lampjes, die de AUDIO-modus
aangeven actief zijn.
Gebruik de schuif Audio Level om de
gevoeligheid in te stellen.
Om terug te gaan naar de normale
modus drukt u voor een tweede keer
op de Audio-knop, waardoor zijn LED-
lampje uit gaat. De AUDIO-modus is
afgesloten.
Selecteer uw Scène zoals is
beschreven in de bovenstaande
paragrafen.
Beweeg de speed-schuif naar de
positie SHOW MODE (volledig
neerwaarts).
Houd de knop Rec Speed ingedrukt en
druk op de corresponderende
knipperende knop (13-24). De
ingedrukte scène zal niet langer op de
standaard beat lopen.
Nu kunt u de Speed-schuif bewegen
naar uw gewenste snelheid.
Druk op de knop Mode select om
Chase◄►Scene-modus te selecteren.
Druk op de knop Park om de Mix
Chase-modus (gemengde
achtervolgingsmodus) te selecteren. De
LED-lampjes geven de selectie aan.
Selecteer uw Scène zoals is
beschreven in de eerdere paragrafen.
Beweeg de Speed-schuif totdat de
display uw gewenste waarde bereikt.
Houd de knop Rec Speed ingedrukt en
druk op de knipperende knop (13-24)
om de Scène op te slaan. De Scène zal
nu afspelen met de ingestelde tijd of
beat, indien ingeschakeld.
Herhaal stappen 4 en 5 om een nieuwe
beattijd in te stellen.
86
¥
Opmerkingen
Dit is het proces van het gebruiken van de
ingebouwde microfoon, of het gebruik van de
audio-aansluiting op de achterzijde van de
regelaar om een alternatieve audiobron te
gebruiken voor het triggeren van de Scènes.
¥
Opmerkingen
Controleer of de AUDIO-modus is afgesloten.
Stap #3 is niet noodzakelijk als de geselecteerde
Scène niet is opgenomen met de Standaard
beat.
¥
Opmerkingen
Controleer of de AUDIO-modus is afgesloten.
Als alternatief kunt u de Speed-schuif gebruiken
om de snelheid in te voeren, u kunt de knop
Tapsync (2) maal indrukken om uw beat te
definiëren.
Stage Designer™ 50