Midi-bediening
De regelaar reageert alleen op MIDI-opdrachten op het MIDI-kanaal waar het aan is toegewezen. Alle MIDI-
bediening wordt uitgevoerd met Noot aan-opdrachten. Alle andere MIDI-instructies worden genegeerd. Om een
achtervolging te stoppen stuur u de verduistering aan-noot.
Instellen van de MIDI-ingang
Actie ·
1.
Druk bij het vasthouden van de RECORD-
knop, drukt u driemaal op knipperende
knop #1. Het display meldt MIDI
CHANNEL IN om aan te geven dat
kanaalinstelling beschikbaar is.
2.
Selecteer het MIDI-bedieningskanaal
(1~16) door te drukken op knipperende
knoppen 1~16. De relevante LED-
kanaallampjes geven aan dat een MIDI-
ingangskanaal is ingesteld.
3.
Druk tijdens het indrukken van RECORD
op de knop REC EXIT om de instelling van
MIDI af te sluiten.
MIDI-noot
70-117
Instellen van de MIDI-uitgang
Actie ·
1.
Druk bij het vasthouden van de RECORD-
knop, drukt u driemaal op knipperende
knop #2. Het display meldt MIDI
CHANNEL UIT om aan te geven dat
kanaalinstelling beschikbaar is.
2.
Selecteer het MIDI-bedieningskanaal
(1~16) door te drukken op knipperende
knoppen 1~16. De relevante LED-
kanaallampjes geven aan dat een MIDI-
uitgangskanaal is ingesteld.
3.
Druk tijdens het indrukken van RECORD
op de knop REC EXIT om de instelling van
MIDI af te sluiten.
Rev. 9
Functie (IN-/UITSCHAKELEN)
22-69
Trigger scènes 1-48 (100%)
Kanaal 1-48 activeren
118
FUL-ON (VOLLEDIG AAN)
DARK (DONKER) (tijdelijke
119
verduistering)
120
HOLD (VASTHOUDEN)
121
AUDIO in- of uitschakelen
MODUS: CHASE◄ ►SCENE
122
123
MODUS: 1-12A_1-12B
124
MODUS: 1-24A
125
Stap
126
BLACKOUT (VERDUISTERING)
127
Kanaalpagina (1~24, 25~48)
¥
Opmerkingen
Dit is het kanaal waarop de regelaar MIDI-nootopdrachten
ontvangt.
¥
Opmerkingen
Dit is het kanaal waarop de regelaar MIDI-nootopdrachten
verzendt.
88
Stage Designer™ 50