4. Velrichting
WAARSCHUWING!
Gebruik de zaag nooit met maar één hand.
U kunt de zaag dan niet beheersen, de
controle verliezen en daardoor ernstig letsel
oplopen.
Houd het motorhuis altijd dicht bij het
lichaam voor betere controle en om
belasting te voorkomen.
Door met het onderste gedeelte van de
ketting te zagen wordt de ketting in het hout
en van u weggetrokken.
De zaag stuurt de zaagsnelheid en het
zaagsel vliegt in uw richting.
(Afb. 2-7B)
Door met het bovenste gedeelte van de
ketting te zagen duwt de ketting van het
hout weg en naar u toe. (Afb. 2-7C)
WAARSCHUWING!
Er bestaat gevaar van terugslag als de zaag zo
ver wordt geduwd dat er met de punt van het
zwaard wordt gezaagd.
De veiligste methode is het zagen met de
onderzijde van de ketting. Het zagen met de
bovenzijde is veel moeilijker te beheersen en
verhoogt het gevaar van terugslag.
ATTENTIE!
Duw de gekartelde afstandhouder steeds
stevig tegen de boom! De zaagketting kan zich
heel plotseling in de boom vast vreten.
All manuals and user guides at all-guides.com
Afb. 2-7B
1. Velrichting
2. 45° minimum kerfhoek
3. Scharnier
Afb. 2-7D
VELLEN
Vellen is meer dan een boom doorzagen. De
kunst is de boom te laten vallen waar gepland,
zonder schade aan de boom of aan iets
anders.
Alvorens u een boom velt, denk zorgvuldig na
over de omstandigheden die de valrichting
kunnen beïnvloeden, zoals:
Hoek waarin de boom helt. Vorm van de kruin.
Sneeuw op de kruin. Windrichting. Obstakels in
het bereik van de boom (bijv. andere bomen,
stroomkabels, wegen, gebouwen, enz.)
WAARSCHUWING!
Kijk ook altijd naar de toestand van de
boom zelf. Let op verval en rot in de stam,
waardoor de stam kan breken en de boom
kan vallen voor u het verwacht.
Let op uitgedroogde takken die kunnen
breken en op u kunnen vallen.
Houd mens en dier minstens twee keer de
afstand van de boomlengte weg. Verwijder
struiken en takken rond de boom.
Bereid een ontsnappingsweg voor om van
de vallende boom weg te lopen.
BASISREGELS BIJ HET BOMEN VELLEN
Het bomen vellen bestaat hoofdzakelijk uit
twee handelingen, namelijk inkepingen zagen
en de zaagsnede voor het vellen maken.
Begin met de bovenste zaagsnede van de
inkeping aan de kant van de valrichting. Kijk
langs de onderste zaagsnede van de inkeping
of u niet te ver in de stam zaagt.
De inkeping moet diep genoeg zijn om een
redelijk breed en stabiel scharnier te vormen.
De inkeping moet breed genoeg zijn om de val
van de boom zo lang mogelijk richting te
geven.
Zaag nu de velsnede van de andere kant van
de stam, ongeveer 5 cm boven de punt van de
inkeping. (Afb. 2-7D)
Afb. 2-7E
Zaag de stam nooit volledig door. Laat altijd
een scharnier.
Het scharnier geleid de boom. Als de stam
volledig wordt doorgezaagd verliest u de
controle over de valrichting.
Sla een wig of velhefboom in de zaagsnede
lang voor de boom instabiel wordt en begint te
bewegen. Hierdoor voorkomt u dat het zwaard
in de zaagsnede vastloopt als u de valrichting
verkeerd heeft ingeschat. Vergewis u ervan dat
er geen mensen in de valzone zijn gelopen
alvorens u hem omduwt.
ZAAGSNEDE, STAMDIAMETER MEER DAN
TWEE KEER ZWAARDLENTE
Zaag een brede inkeping. Zaag dan een snede
in het midden van de inkeping. Laat altijd een
scharnier aan beide zijden van de
middensnede. (Afb. 2-7E)
Zaag nu rond de stam om de middensnede als
in afb. 2-7F.
WAARSCHUWING!
Deze methode bergt grote gevaren omdat er
met de punt van het zwaard moet worden
gewerkt en er dus terugslag kan optreden.
Deze technieken mogen alleen worden
uitgevoerd door geschoolde vaklui.
Afb. 2-7C
Afb. 2-7F
N
L
NL-9