Thermozone AD300 W, AD400 W
NL
Algemene aanbevelingen
Lees deze instructie zorgvuldig door voordat u de AD
300/400W-unit installeert en gebruikt. Bewaar deze
instructies voor toekomstig gebruik op een veilige
plaats.
Toepassingsgebied
De Thermozone AD300/400W luchtgordijnen zijn be-
doeld voor stationaire/permanente installatie boven
ingangen en kleinere deuren met een hoogte van 2
tot 4,5 meter, maar kunnen ook worden gebruikt voor
industrieel verwarmen en drogen. De AD 300/400W
is ontworpen voor aansluiting op een warmwa-
tertoevoer met lage druk. De unit kan boven een
deuropening worden gemonteerd of in een plafond
worden ingebouwd.
Beschermklasse: IP20
Werking
De lucht wordt bovenin de unit naar binnen getrokken
en op hoge snelheid door de deuropening naar bui-
ten geblazen, waardoor een beschermend luchtschild
ontstaat. Het luchtschild minimaliseert koude tocht en
vermindert warmteverlies via open deuren. Voor een
optimale werking moeten de luchtgordijnen de hele
breedte van de opening afdekken.
De luchtrichter/het rooster is verstelbaar en wordt
gewoonlijk naar buiten gekanteld (5-10°) voor de
beste bescherming.
De luchtstroom kan worden afgesteld met behulp
van de keuzeschakelaar voor de ventilatorsnelheid
(CB30/221AG).
De efficiëntie van het luchtgordijn/de luchtgordijnen is
afhankelijk van de luchttemperatuur, de drukverschil-
len door de deuropening en de winddruk.
Let op! Onderdruk in het gebouw vermindert de effi-
ciëntie van het luchtgordijn aanzienlijk. Daarom moet
de ventilatie in balans zijn.
Montage
De units kunnen uitsluitend horizontaal boven
een deuropening worden gemonteerd, met de
luchtstroom naar beneden gericht. Voor de bescher-
ming van bredere deuropeningen kunnen meerdere
units naast elkaar worden gemonteerd. Voor optimale
prestaties wordt een minimale opening van 120 mm
boven het luchtgordijn aanbevolen.
De units kunnen aan de muur worden bevestigd of
aan het plafond worden gehangen. Het luchtgordijn
wordt inclusief twee of drie (AD320/420) montage-
consoles geleverd. De M6-bouten (2 of 3), die in het
aluminium profiel bovenaan de unit vallen, kunnen
zijwaarts bewegen, zodat de consoles op verschillen-
de afstanden van elkaar kunnen worden gemonteerd.
(Zie de informatie op pagina 2-3.)
Aan de muur bevestigd
1. Monteer de consoles aan de muur, zie fig. A of B,
pagina 3
2. Maak de moeren aan de bovenkant van het lucht-
gordijn los om de consoles tussen de moer en de
52
unit te bevestigen.
3. Monteer de unit op de consoles en haal de moeren
aan.
In zwevend plafond monteren
Zie fig. C op pagina 3.
Montage met montagekit (extra)
Bij gebruik van de beugels voor slingerbevestiging
ADPF1, zie fig. D op pagina 4 of ADPK1, zie fig. E op
pagina 4.
Elektrische installatie
Luchtgordijnen mogen uitsluitend worden aangesloten
door een bevoegde elektricien en conform de meest
recente uitgave van de IEE-voorschriften inzake bedra-
ding.
1. Verwijder de frontplaat door een schroevendraaier
o.i.d. in de twee gaten (Ø 5 mm) onder de rand
van de frontplaat te drukken. Druk totdat een klik
hoorbaar is en de frontplaat kan worden geopend en
verwijderd. Zie fig. op pagina 3.
2. Verwijder het deksel van de aansluitbox door de twee
schroeven op de rechterzijde van de unit te verwij-
deren. Verwijder de uitstoters aan de bovenkant van
de unit (4xØ23mm) voor het trekken van de kabels
voor elektrische voeding en afstandskabels
Verschillende combinaties van ventilatorsnelheid en
warmte-output staan in de bedradingsschema's op
pagina 4-6.
Luchtgordijn en luchtstroom afstellen
De richting en de snelheid van de luchtstroom moeten
ten opzichte van de belasting op de deuropening
worden afgesteld. Druk buigt de luchtstroom om naar
binnen, de ruimte in (als de ruimte verwarmd en het
buiten koud is).
De luchtstroom moet naar buiten worden gericht om de
druk te weerstaan. Een hoek van max. 15° wordt aanbe-
volen. Hoe meer belasting veroorzaakt door onderdruk,
temperatuurverschillen en wind, hoe meer de luchtstraal
naar buiten moet worden gericht.