NL
Voorbereiden van het materiaal
Met de Compact 170 kunnen binnenwandverven, lakken en lazuurverven onverdund of licht verdund worden verspoten.
Gedetailleerde informatie vindt u in het technische datablad van de fabrikant ( downloaden via internet).
1.
Roer het materiaal grondig op en verdun het in het gebinte conform de verdunningsaanbeveling (voor het omroeren wordt een
roermachine aanbevolen).
Te verspuiten materiaal
Beits
Houtveredelingsmiddel, beits, olie, desinfectiemiddel, plantenbeschermingsmiddel
Oplosmiddelhoudende of waterverdunbare lak, grondverf, autolak, hoogviskeuze beits
Binnenwandverf (dispersies en latexverf )
De in de tabel genoemde waarden zijn richtwaarden.
i
De voor het gebruikte materiaal optimale verdunning moet door een spuittest worden vastgesteld.
Details over het uitvoeren van de spuittest vindt u in de paragraaf "Spuittechniek".
Montage
1. Verwijder de afdekkappen aan slang en slangaansluiting. (Afb. 2)
Draai de schroefdraad van de slang op de slangaansluiting.
2.
Houd met een verstelbare schroefsleutel de aansluiting vast en trek de slang met een andere schroefsleutel vast. (Afb. 3)
3.
Draai de schroefdraad aan het andere einde van de slang op de aansluiting op het spuitpistool. Houd het spuitpistool met een
verstelbare schroefsleutel aan het handvat vast en trek de slangmoer met een andere schroefsleutel vast. (Afb. 4)
4.
Plaats de mondstukhouder op het spuitpistool (afb. 5 A) en draai hem in de eindpositie (afb. 5 B) om hem te bevestigen.
5.
Trek de rode afsluiting uit de materiaalingang. (Afb. 6, 1)
6.
Schroef de aanzuigslang op de materiaalingang en trek hem vast. (Afb. 6)
7.
Schuif de retourleiding in het retouraansluitstuk. (Afb. 7)
8.
Verwijder de afdekkap (afb. 25, 1) met een platkopschroevendraaier en vul de olie tot de bovenste rand van de display (2).
Bedieningselementen op het apparaat (afb. 8)
a
Met de AAN/UIT-schakelaar zet u de spuit aan en uit (0=UIT, I=AAN).
B
Met de keuzeschakelaar kunnen volgende instellingen worden uitgevoerd:
PRIME (Schakelaar staat verticaal)
SPRAY (Schakelaar staat horizontaal)
C
Met de drukregelaar kan de spuitdruk worden ingesteld.
De juiste spuitdruk is afhankelijk van het gebruikte materiaal.
Spuitpistool
Zet de trekker altijd vast in de vrije stand wanneer u het spuitmondstuk aanbrengt of wanneer het
spuitpistool niet in gebruik is.
Gevaar
•
Het pistool is vergrendeld wanneer de trekkervergrendeling zich onder een hoek van 90° (haaks) bevindt ten opzichte van de
trekker. (Afb. 9)
•
Zet het mondstuk met de spuit naar voren wijzend erin. (Afb. 10)
Afhankelijk van het te verwerken materiaal moet een andere mondstukmaat en een ander pistoolfilter worden
i
gebruikt. Informatie over de beschikbare spuitneuzen en filters vindt u in de paragraaf "Accessoires".
Drukontlastingsprocure
Vergeet niet de drukontlastingsprocedure uit te voeren wanneer u het toestel om welke reden dan ook afsluit.
Door deze handelwijze wordt de druk uit de spuitslang en het pistool afgelaten.
Gevaar
48
Verdunningsadvies
•
Voor het voorvullen van het systeem met verf
•
Voor de drukontlasting
•
Voor het werken met een verfspuitpistool
Compact 170
onverdund
onverdund
5 - 10% verdunnen
0 - 10% verdunnen