5. Verzorging en vervoer
5.1 Vervoer
Vervoer in het veld
Bij vervoer van de apparatuur in het veld, er altijd
zorg voor dragen dat u:
•
het instrument draagt in de originele transport-
koffer;
•
of het statief draagt met de benen gespreid over
uw schouders, onderwijl het instrument rechtop
houdend.
Vervoer in een wegvoertuig
Vervoer het instrument nooit losliggend in een auto,
het kan dan onderhevig zijn aan schokken en tril-
lingen. Vervoer het instrument altijd in de transport-
koffer en zet deze vast.
Verschepen
Bij transport van het instrument per spoor, vliegtuig of
schip, altijd de complete originele Leica Geosystems
verpakking, transportkoffer en kartonnen doos
gebruiken, of gelijkwaardige verpakking. Dit om het
instrument te beschermen tegen schokken en trillingen.
Verzorging en vervoer
Justeren in het veld
Inspecteer de veld kalibratieparameters, zoals
vermeld in de handleiding, voordat u het instrument in
gebruik neemt na transport.
5.2 Opslag
Instrument
Bij opslag van uw uitrusting de temperatuurgrens-
waarden in acht nemen, vooral in de zomer
wanneer u uw uitrusting in uw auto bewaart. Zie
hoofdstuk "7. Technische gegevens" voor infor-
matie over de temperatuurgrenzen.
Justeren in het veld
Inspecteer de veld kalibratieparameters, zoals
vermeld in de handleiding, voordat u het instrument
in gebruik neemt na een langere periode in opslag.
5.3 Reinigen en Drogen
Instrument en accessoires
•
Blaas stof van lenzen.
•
Raak het glas nooit met de vingers aan.
•
Gebruik alleen een schone, zachte, pluisvrije
doek om schoon te maken. Maak de doek
5
EN
DE
FR
ES
IT
NO
SV
DA
NL
PT
FI
Runner 20/24-2.0.0nl