NL
Vooruit/Achteruit Draaien
Deze boren kunnen vooruit/achteruit of alleen vooruit draaien. Selecteer de werkwijze voordat u het gereedschap start. Kijk naar de pijlen op
de smoorklephuls. Deze pijlen geven de richting aan waarin de smoorklephuls moet worden gedraaid om de voorwaartse of achterwaartse
draairichting van de boor te activeren.
Houd de boor in de normale werkstand met de smoorklephuls naar de rechterhand van de gebruiker wijzend. Met de smoorklephuls in de
rechterhand van de gebruiker, draait u de achteruitstophendel van de gebruiker af. Met de achteruitstophendel in deze stand kan de boor
voorwaarts (naar rechts) draaiend of achterwaarts (naar links) draaiend worden bediend.
WAARSCHUWING
Onbedoelde beweging van de gasklephuls kan een plotselinge verandering van de draairichting van de boor veroorzaken.
Als de achteruitstophendel naar de gebruiker toe wordt gedraaid, kan de boor niet achteruitdraaien en kan de boor alleen in de voorwaartse
draairichting werken.
Onderdelen en Onderhoud
Wanneer de levensduur van het gereedschap verstreken is, wordt u aangeraden het gereedschap te demonteren en ontvetten, en de delen
gescheiden naar materialen op te bergen zodat zij gerecycled kunnen worden.
De originele instructies zijn opgesteld in het Engels. Andere talen zijn een vertaling van de originele instructies.
Reparatie en onderhoud van dit gereedschap mogen uitsluitend door een erkend servicecentrum worden uitgevoerd.
Richt al uw communicatie tot het dichtsbijzijnde Ingersoll Rand Kantoor ofWederkoper.
NL-2
03524410_ed12