Begrenzing van de temperatuurregelaar
Met de beide pennen (3) aan de achterzijde van het schakelhuis
kan de temperatuurregelaar in een bepaalde instelling worden
vastgezet of kan het temperatuurinstelbereik worden begrensd.
Voor het vastzetten op een gewenste temperatuur dient stift
het tegenoverliggende gat te worden gestoken.
Bij een begrenzing van het temperatuurinstelbereik moeten de
minimum- en maximumwaarde via de keuzeknop worden ingesteld
en telkens door het plaatsen van stift
rische geplaatst tegenoverliggend gat worden gemarkeerd.
1.2.1
Externe ruimtetemperatuurregelaar
Het toestel kan desgewenst met een in de handel verkrijgbare externe ruimtetemperatuurregelaar wor-
den bediend. Hierbij moet de temperatuurkeuzeknop (2) volledig naar rechts (MAX) worden gedraaid. De
ruimtetemperatuurregelaar moet zo ver mogelijk van het toestel en op een hoogte van ten minste1,5 m
worden aangebracht.
1.2.2
Buiten bedrijf stellen
Voor het buiten bedrijf stellen van het toestel moet de schakelaar in de stand UIT worden gezet en moet
het netsnoer uit de wandcontactdoos worden verwijderd (stekker niet aan de kabel uit de contactdoos
trekken).
1.3
Veiligheidsaanwijzingen
Het toestel mag niet worden gebruikt:
– in ruimten die als gevolg van de aanwezigheid van chemicaliën, stof, gassen of
dampen brand- of explosiegevaarlijk zijn;
– in de onmiddellijke nabijheid van leidingen of opslagvoorzieningen die brandbare of
explosieve stoffen voeren of bevatten;
– wanneer de minimumafstanden tot aangrenzende objectoppervlakken niet in acht
worden genomen.
De montage (elektrische installatie) alsmede de eerste inbedrijfname en het onderhoud van dit toestel
mogen uitsluitend door een erkend installateur overeenkomstig deze gebruiksaanwijzing worden uitge-
voerd.
Het toestel mag in geen geval worden gebruikt wanneer in de opstelruimte werkzaamheden zoals het
aanbrengen, slijpen, verzegelen, reinigen met benzine en onderhoud (spray, boenwas) van vloeren en
dergelijke worden uitgevoerd.
Het oppervlak van de toestelbehuizing en de uitstromende lucht worden tijdens het gebruik heet (meer
dan 80 °C).
Er is verbrandingsgevaar!
Houd kleine kinderen uit de buurt van het toestel!
Er mogen geen voorwerpen op het toestel worden gelegd, er tegenaan worden geplaatst of tussen het
verwarmingstoestel en de wand worden aangebracht (bijv. voor het drogen van was). Ook mogen in de
onmiddellijke omgeving van het toestel geen brandbare, ontvlambare of warmte-isolerende voorwerpen
of stoffen, zoals was, dekens, tijdschriften, blikken met boenwas of benzine, spuitbussen etc. worden ge-
legd. Ontbrandingsgevaar!
Om oververhitting van het verwarmingstoestel te voorkomen, mag het toestel niet worden afgedekt.
in
a
in een enigszins excent-
b
Voor de gebruiker
2
b
b
3
a
3
3