NL
3.0 BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
Versie 200A - 300A
Figuur 1.
4
5
1.
Amperemeter
2.
Tweestandsschakelaar (Min/Max)
3.
Tweestandsschakelaar (Start/Charge)
4.
Schakelaar (ON/OFF)
5.
Voedingskabel
6.
Uitgang 12V (-)
7.
Uitgang 24V (-)
8.
Rode kabel (+)
Versie 400A
Figuur 2.
5
4
6
1.
Amperemeter
2.
Tweestandsschakelaar (1/2)
3.
Tweestandsschakelaar (Min/Max)
4.
Tweestandsschakelaar (Start/Charge)
5.
Schakelaar (ON/OFF)
6.
Voedingskabel
7.
Uitgang 12V (-)
8.
Uitgang 24V (-)
9.
Rode kabel (+)
BESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
3
2
1
6
7
8
3
2
1
7
8
9
4.0 BESCHRIJVING VAN DE LAADFUNCTIE
Maak de nodige verbindingen, zoals beschreven in paragraaf 1.2 afhankelijk van
de lader, stel men de schakelaar de gewenste laadstroom in die men van de
amperemeter kan aflezen.
Bij aanvang van het laden duidt de amperemeter een hoge waarde voor de
laadstroom aan (in het algemeen rond het maximum), die geleidelijk aan afneemt
tot zeer lage waardes 0,5-2A, afhankelijk van de toestand van de batterij.
✓ Wanneer de batterij opgeladen is kan men vaststellen dat de electrolytevloeistof
binnen de batterij begint te koken.
✓ Het is daarom aan te raden het laden te onderbreken om te voorkomen dat de
batterijelementen zouden oververhitten en dat er oxydatie zou optreden. Dit is de
manier om de batterij in een goede toestand te houden.
✓ Het is nodig dat men de juiste laadstroom kiest , daar een te hoge laadstroom
de batterij serieus kan beschadigen, vooral als het om een loodbatterij gaat
✓ In het algemeen wordt een laadstroom aangeraden die ca. 1/10 van de
batterijcapaciteit (Ah) bedraagt; bij aanvang is het steeds mogelijk met een iets
hogere laadstroom te beginnen.
De gemiddelde waardes van de voorhanden zijnde uitgangsstroom (volgens norm
60335) en de overeenkomstige nominale laadcapaciteit (volgens norm 60335)
worden in onderstaande tabel weergegeven:
(NL) 3
NL