HET REINIGEN VAN DE FILTERS (PIC. F)
DE DOELTREFFENDHEID VAN HET REINIGEN HANGT AF
VAN DE STAAT VAN DE FILTERS. REGELMATIG DE FILTER
REINIGEN IS AANGERADEN BIJZONDER IN EEN STOFFIGE
OMGEVING.
Waarmee rekening houden bij het reinigen van de filters:
Draai de handvat van de aanzuigmotor op OFF (n°1 Pic.C).
Kom van het toestel af.
Schud met het hendel omhoog en omlaag (n°1 Pic.F).
Herhaal dit enkele keren gedurende 10 seconden.
UITSCHAKELEN VAN DE STOFAANZUIGING (PIC. C)
Als je over een natte vloer moet passeren of een oppervlakte met
regenplassen dan moet je de stofaanzuiging uitschakelen door de
hendel te gebruiken en deze op OFF zetten (n°1 Pic. C), en dit om de
filters in een goede staat te behouden.
BATTERIJLADER INDICATOR (N° 1 PIC. A)
Het geeft het niveau van het laden van de batterij aan. Als het licht
groen is, dan kan je gewoon blijven vegen. Wanneer het licht geel is,
moet je er rekening mee houden dat de batterij bijna leeg is en moet
opgeladen worden. Wanneer het licht rood is, dan moet je
onmiddellijk stoppen en de machine uit zetten, anders ontlaadt de
batterij verder en wordt er onherroepelijke schade aangericht.
LADEN VAN BATTERIJEN (PIC. H)
Zet de machine uit door middel van de sleutel(n°4 Pic.A).
Hef de motorkap op.
Trek de stekker uit
(n°1 Pic. H) en duw de stekker in de
batterijlader.
Laadt de batterijen niet boven 1/20st van hun capaciteit.
Controleer het niveau van de batterij-vloeistof; zonodig bijvullen
met gedistilleerd water.
Verbindt de motorstekker (n°1 Pic. H) met het vaste stekkercontact
(n°2 Pic. H).
WAARSCHUWING !
Batterijen dienen te worden geladen in een geventileerde ruimte. Het
gas dat gedurende het laadproces wordt geproduceerd kan een
explosie veroorzaken in een omgeving van vlammen en vonken.
Het batterijzuur mag nooit in contact komen met de ogen, huid,
kleren en met geschilderde of verzinkte oppervlakken.
Zo het vorige zich toch voordoet, grondig wassen met water.
Leg nooit metalen voorwerpen op de batterijen.
Verwijder al de klepjes vooralleer je de batterijen oplaad.
Vul nooit bij met zuur, alleen met gedistilleerd water.
PICTOGRAMMEN
GEVAARSSYMBOOL
WAARSCHUWING: Zeer warme oppervlakken.
GEBIEDEND SYMBOOL
WAARSCHUWING:
akoestische bescherming.
In sommige gevallen kan de TIGRA een geluidshinder
of
–gevaar
omstandigheden een doeltreffende bescherming.
VERBODSSYMBOOL.
WAARSCHUWING: DROOG HOUDEN.
Producten (gewoonlijk hebben zij een electrische
samenstelling) die deze aanduiding hebben moeten
droog gehouden worden.
NOODGEVALLEN
Volg strikt de volgende regels op:
In geval van brand mag u enkel brandblussers met poeder gebruiken.
18
Gebruik
een
veroorzaken.
Gebruik
In geval van een ongewone noodsituatie (voorbeeld: overhitting van
de motor) moet het toestel onmiddellijk uitgeschakeld worden.
In het geval dat er zich onverwachte gebeurtenissen voordoen, is het
noodzakelijk het toestel uit te zetten, draai de rode schakelaar
(n°2 Pic. C) 90 graden in tegengestelde richting van de klok.
VOORWAARDSE VERSNELLING (PIG. B)
De bestuurder moet zitten.
Draai de sleutel in positie 1 (N.4 Pic. A).
Controleer of de hoofdschakelaar (N.2 Pic. C) in de correcte positie
is.
Controleer dat de handrem los is (n°2 Pic. B).
Kijk na dat de knop voor de voorwaardse en achterwaardse
versnelling (n°3 Pic. B) in de voorwaardse versnelling staat.
ER ONTSTAAT EEN VOORWAARDSE BEWEGING ALS JE
HET TRACTIEHENDEL IN DE TEGENGESTELDE RICHTING
VAN DE KLOK DRAAIT (n°4 Pic. B) .
ACHTERWAARDSE VERSNELLING (PIC. B)
Zet de knop (n°3 Pic. B) in achterwaardse versnelling.
Als je de tractiehendel in de tegengestelde richting van de klok
draait (n°4 Pic. B) kan je achteruit rijden.
FLAP MECHANISME (PIC. C)
Hef de flap omhoog en gebruik het mechanisme voor lichte en
grotere stukken vuil te vegen.
HOOFDBORSTEL(PIC. C)
De borstel kan op en neer gelaten worden door de hendel. (n°4
Pic. C).
GEBRUIKSREM (PIC. B)
De gebruiksrem wordt geactiveerd door de tractiehendel los te laten.
(n°4 Pic. B).
NOODREM (PIC. B)
Bij een noodsituatie trek het hendel in zodat de machine
onmiddellijk stopt (n°1 Pic. B).
HANDREM (PIC. B)
Wanneer je gedaan hebt met vegen, activeer dan de handrem (n°1
Pic. B).
Duw op de knop voor te sluiten (n°2 Pic. B) op het punt dat getoont
word door de pijl in Pic. B
LOSMAKEN VAN DE HANDREM (PIC. B)
Trek opnieuw aan de hendel (n°1 Pic. B).
Druk van de hoogste zijde op de slot druk-knop. (n°2 Pic. B).
VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN EN ONDERDELEN.
WAARSCHUWING! De veiligheids voorzieningen en –onderdelen
adequate
moeten gedurende het werken ongemoeid blijven. Ze kunnen alleen
tijdens de onderhoudsoperaties verwijderd worden.
in
die
In de zitting van het machine is er een veiligheid, die alleen de
machine activeert als de bestuurder zit.
MOTORKAP
De motorkap is een beweeglijk onderdeel en is met scharnieren aan het
chassis bevestigd. Ze maakt de toegang tot de draaiende onderdelen
onmogelijk. Bovendien is deze afsluitkap een thermische en
akoestische isolator. De machine kan niet functioneren met geopende
motorkap.
MOTORKAPSTANG
De motorkapstang is een mechanisch beveiligingsmiddel. Als de
motorkap opengaat, start het mechanische beveiligingssysteem
GEBRUIK VAN HET TOESTEL