3 Overige bewerkingsmethoden
3.1 Lijmen
De hoge chemische weerstand van Poly-wood betekent dat de
oppervlakken bij kamertemperatuur niet oplossen en dat er
alleen lijmverbindingen mogelijk zijn. Voorbehandeling van de
verbindingsvlakken verbetert de bevochtigbaarheid. Een derge-
lijke activering is mogelijk door het oppervlak te schroeien met
een vlam met een overmaat aan zuurstof, door te dompelen in
een chroomzwavelzuurbad bij 60-80°C of door elektrische
oppervlakteontlading. Zie het DVS-Informatieblad 2204 pagina
2 'Hechten van polyolefinen' voor gedetailleerde aanwijzingen
voor het verlijmen van polyolefinen.
Ervaring heeft tot nu toe aangetoond dat de volgende lijm
geschikt is voor het verlijmen van Poly-wood: 3M™ Scotch-
Weld™ DP8005.
Dit een tweecomponenten-acryllijm. Na het aanbrengen van de
lijm moeten de oppervlakken binnen korte tijd met elkaar in
contact worden gebracht, zo'n 2 - 2,5 minuut voor enkelzijdige
lijmlagen. De lijmverbinding dient minstens 2 uur te worden
gefixeerd of vastgeklemd. Ga voor meer informatie naar de
website: www.3m.com/bonding.
3.2 Warmvervormen
Poly-wood platen kunnen worden warmvervormd, en dit wordt
ook vaak - niet geheel correct - dieptrekken genoemd.
'Dieptrekken' is in feite een vakterm uit de metaalbewerking die
slaat op een deformatieproces waarbij de randen van de platen
niet stevig zijn ingeklemd en kunnen vloeien. Bij warmvervor-
men zijn de randen daarentegen wel stevig ingeklemd.
Verwarmen, vervormen en koelen zijn allemaal cruciale stap-
pen, maar de kwaliteit van het halffabrikaat is allesbepalend
voor het warmvervormen.
Er is een regelbaar verhittingssysteem nodig dat alle delen van
de plaat gelijkmatig kan verwarmen. Grote temperatuurverschil-
len veroorzaken oppervlaktefouten. Poly-wood dient doorgaans
aan beide zijden te worden verhit.
Temperatuurbereik voor het warmvervormen van Poly-wood:
140°C - 150°C
Na het verhitten van de platen volgt het vervormen. In principe
zijn er twee methoden:
- Negatief vormen in een contraforme mal
- Vormtrekken over een conforme mal.
Welk proces het beste is hangt af van de plaatdikteverdeling en
van de randafwerking, en van welke kant de gebruikte kant zal
worden. Om de werkstukken een stabiele vorm te geven, die-
nen de werkstukken in de mal af te koelen. Er zijn diverse koe-
lingssystemen mogelijk, zoals met waternevel of door koeling
van de mal.
Halffabrikaten voor warmvervormen mogen geen grote maataf-
wijkingen vertonen parallel aan of dwars op de extrusierichting
na rusten op 170°C (conform DIN 16925, Hoofdstuk 4.5). Er
mag met name geen maattoename zijn in de dwarsrichting. De
mate van krimp hangt af van de plaatdikte.
De homogeniteit van de halffabrikaten is bepalend voor de kwa-
liteit van de eindproducten. Strepen, druppels en ribbels die na
het extruderen zijn platgerold, kunnen tijdens het warmvervor-
men weer tevoorschijn komen. De homogeniteit wordt getest
middels krimpproeven.
6
11.0705
3.3 Bedrukken
Het oppervlak van Poly-wood kan na een correcte voorbehan-
deling worden bedrukt.
Kleurstoffen en inkten hechten niet makkelijk op Poly-wood. Dit
vereist een intensieve voorbehandeling van het oppervlak. Deze
voorbehandeling bestaat uit een (sproei)ontladingsproces. Zo'n
proces verhoogt de oppervlaktespanning door polaire groepen
te vormen aan het plaatoppervlak. Alleen op deze manier is
hechting van kleurstoffen mogelijk. De voorbehandeling dient te
worden uitgevoerd wanneer deze het meeste effect heeft, d.w.z
vlak voor het bedrukken. Na langdurige opslag moet de voor-
behandeling worden herhaald.
Gebruik voor het bedrukken de normale machines en werkwij-
zen, zoals anilinedruk, rotogravure, offsetdruk en lithografie.
Een goede hechting en een gelijkmatige verdeling van de kleur-
stof zijn afhankelijk van een goede voorbehandeling.
3.4 Verven
We raden u aan om dit materiaal niet te verven.
Standaardverven zijn stijver en harder dan het thermoplastische
basismateriaal. Daardoor kan de verf scheuren en kunnen er
grote stukken afbladderen. Wilt u toch verven, neem dan a.u.b.
rechtstreeks contact op met een verffabrikant.
3.5 Warmstempelen
Warmstempelen vereist geen voorbehandeling van het opper-
vlak. Met name de stempeldruk, de temperatuur en de contact-
duur van de hobpers zijn bepalend voor het resultaat.
3.6 Smeltlassen
Dit proces gebruikt heet gas (doorgaans lucht) om het origine-
le materiaal en een vulmiddel zacht te maken, en ze onder een
bepaalde druk in het verbindingsvlak aan elkaar vast te lassen.
Elektrische elementen verhitten de lucht tot de vereiste tempe-
ratuur. Neem de onderstaande regels in acht voor een optimaal
lasresultaat:
• Reinig de verbindingsvlakken en de lasstaaf voor het werken
• Gladde, vlakke oppervlakken leveren een betere kwaliteit
naad
• Gebruik het juiste lasmondstuk en het juiste lasstaafprofiel
• De lasnaad mag geen kerven of smeltfouten vertonen
• De lasstaaf en het originele materiaal moeten van hetzelfde
materiaal zijn gemaakt
• Neem de lasparameters in acht.
Poly-wood smeltlasparameters (richtlijn):
Lasgastemperatuur
[°C]
Materiaaltemperatuur
[°C]
Luchtdebiet
[l/min]
Lassnelheid
[cm/min]
ø lasstaaf
[mm]
300
Min. 150
40 - 60
50 - 70
3 of 4
Poly-wood