NL
TRIAC TEST
Door een storing aan dit onderdeel kan de werking en de veiligheid van de installatie in gevaar gebracht
worden. Daarom is er vóór elke beweging een controle opgenomen.
Als er een storing is wordt de besturingskast geblokkeerd en knippert het controlelampje poort open een
paar keer langzaam.
SOFT START
Met de soft start functie wordt het begin van de beweging geleidelijk uitgevoerd waardoor er schokbewegin-
gen van de poort vermeden worden. Deze functie kan in ieder geval uitgeschakeld worden door Jp1 (det. 4
fig. 1) te overbruggen.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Bekijk ten aanzien van de aansluitingen tabel 1 en figuur 2.
In geval van reeds bestaande installaties is het raadzaam om een algemene controle van de staat van de
geleiders (doorsnede, isolatie, contacten) en de hulpapparatuur (fotocellen, ontvangers, toetsenborden,
sleutelschakelaars enz.) te verrichten.
Adviezen voor een juiste installatie:
1. De ingaande geleiders in de besturingskast moeten in de uitvoering van dichte box geïnstalleerd worden
waarbij indien mogelijk de aanvankelijke beschermingsgraad IP56 onveranderd moet blijven.
2. De doorsnede van de kabels moet op basis van de lengte ervan en de stroomopname berekend worden.
3. Gebruik geen enkele kabel van het "meerpolige" type voor alle aansluitingen (lijn, motoren, besturingen
enz.) of gemeenschappelijk met andere apparaten.
4. Verdeel de installatie in ten minste twee kabels, bijv.:
kabel (A) minimum doorsnede van de geleiders 1,5 mm2
- lijn voor voeding - lijnen voor motoren -
- lijn voor knipperlicht / waarschuwingslamp
kabel (B) minimum doorsnede van de geleiders 0,75 mm2
- voeding hulpsystemen
- besturingen – contacten veiligheidsvoorzieningen.
5. Als de besturingskabels erg lange trajecten hebben (meer dan 50 meter), wordt het aangeraden om ze
los te koppelen met relais die in de buurt van de besturingskast gemonteerd moeten worden.
6. Alle verbreekcontacten (N.C.) (fotocellen, eindaanslagen, vaste druklijst en stop) in de besturingskast
die niet gebruikt worden moeten met de gemeenschappelijke aansluiting verbonden worden.
7. Alle verbreekcontacten (N.C.) die aan dezelfde ingang gekoppeld zijn moeten in serie aangesloten wor-
den.
8. Alle maakcontacten (N.O.) die aan dezelfde ingang gekoppeld zijn moeten parallel aangesloten worden.
- Voor de stroomvoorziening van de besturingskast is de PLAATSING VAN EEN EXTERNE
ONAFHANKELIJKE SCHEIDINGSSCHAKELAAR voorzien (niet bij de levering inbegrepen) die
overeenkomstig de belasting berekend is.
- De INSTALLATIE van het apparaat moet volgens de "REGELS VAN GOED VAKMANSCHAP" uitge-
voerd worden door personeel dat aan de eisen voldoet die door de geldende wettelijke voorschrif-
ten opgelegd worden en waarbij de normen EN 12453 en EN 12445 met betrekking tot de veiligheid
van de automatisering in acht genomen moeten worden.
53