Omschrijving En Werkingsprincipe; Montage En Inschakeling - TESY GCV 303516D B14 Serie Instrucciones De Uso Y Mantenimiento

Termo de agua electrico
Ocultar thumbs Ver también para GCV 303516D B14 Serie:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 12

OMSCHRIJVING EN WERKINGSPRINCIPE

IV.
NL
Het toestel bestaat uit corpus, flens aan de onderkant /bij
boilers voor verticale montage/ en aan de zijkant /bij boilers voor
horizontale montage/, plastic beschermpaneel en beschermklep.
1.
Het corpus bestaat uit staalreservoir (waterreservoir) en mantel
(buitenbedekking) met warmte-isolatie ertussen van ecologisch
zuiver polyurethaanschuim van hoge dichtheid en twee pijpen
voorzien van schroefdraad G ½" voor aanvoer van koud water
(voorzien van blauwe ring) en uitlaten van warm water (voorzien
van rode ring).
Afhankelijk van het model kan het binnenreservoir twee soorten
zijn:
Van zwart staal beschermd door speciale glas-keramische of
emaildekking
Van nietroestend staal
Op de flens staat er een elektrische verwarmer gemonteerd.
2.
Bij de boilers met glasceramische coating is eveneens een
magnesumanode ingebouwd.
De elektrische verwarmer is bestemd voor het verwarming van
het water in het reservoir en wordt door de thermostaat bediend
die automatisch een bepaalde temperatuur handhaaft. Het toestel
is voorzien van een ingebouwde inrichting voor bescherming
tegen oververhitting (thermoschakelaar) die de verwarmer van het
elektrische netwerk uitschakelt, wanneer de watertemperatuur te
hoge waarden bereikt.
De veiligheidsklep werkt als terugslagventiel, d.w.z. voorkomt
3.
de gehele lediging van het toestel bij geen toevoer van koud water
uit het waterleidingnet. Hij beschermt de boiler van tegen overdruk
bij een eventuele oververhitting (bij verwarming neemt het volume
van het water toe en dat leidt tot hogere druk) door de overvloedige
hoeveelheid door de uitlaatbuis af te voeren.
De beschermklep kan het toestel niet beschermen bij aanvoer uit
de pijpleiding van hogere dan de aangegeven voor het toestel druk.
Watertoevoer naar het apparaat, dat hoger is dan de waterdruk in deze
handleiding, kan schade aan het apparaat veroorzaken, waarbij de
garantie ongeldig wordt en de fabrikant niet aansprakelijk voor eventuele
schade is.

MONTAGE EN INSCHAKELING

V.
Waarschuwing! Onjuiste installatie en aansluiting van het
apparaat kan ernstige gevolgen voor de gezondheid
veroorzaken en leiden tot de dood van de gebruikers. Dat kan ook
schade aan eigendommen of persoonlijk letsel veroorzaken als
gevolg van overstroming, explosie of brand. Installatie, aansluiting op
het waternet en aansluiting op het elektriciteitsnet moet worden uitgevoerd
door gekwalificeerde technici. Een gekwalificeerde technicus is iemand die
over de juiste competenties in overeenstemming met de voorschriften van
het betreffende land beschikt.
Montage
1.
Er wordt aanbevolen om de montage van het toestel zowel mogelijk dichtbij
de plekken voor gebruiken van warm water gedaan te worden om het
warmteverlies in de pijpleiding te verminderen. Bij montage in een badkamer
moet het toestel op een plek gemonteerd worden zodat het water uit de
douche of douche hoofdtelefoon bovenop niet komt.
verticale montage GCV (tabel 1, afbeelding 1a )
Bij montage op de wand wordt het toestel aan de op het corpus gemonteerde
dragende plank opgehangen. Het ophangen geschiedt aan twee haken
(min. Ф 10 mm) die aan de wand stevig vastgelegd zijn (de haken behoren
niet tot de kit voor ophangen).
De constructie van de dragende plank van de boilers voor verticale montage
is universeel en laat de afstand tussen de haken van 220 tot 310 mm te zijn
(afbeelding 1a).
horizontale montage - GCH, GCR (afbeelding 1b, afbeelding 1c)
Bij de boilers voor horizontale montage zijn de afstanden tussen de haken
verschillend voor de verschillende inhouden en deze zijn in tabel 2 van
afbeelding 1b en tabel 3 van afbeelding 1c vermeld.
Om materiële schades ter plaatse of bij (derde) personen te
voorkomen als gevolg van eventuele storingen aan de
warmwatervoorziening, moet de boiler enkel in lokalen worden geïnstalleerd
met een deugdelijke waterdichting van de vloeren alsmede met een drainage
(waterafvoer naar het riool). In geen geval mag de boiler op voorwerpen
rusten die gevoelig zijn voor vocht. Indien de boiler zich in een onbeschermde
ruimte moet bevinden, dan is het noodzakelijk om een carter onder de boiler
te plaatsen, met een waterafvoergoot naar het rioolnet.
Opmerking: de beschermkuip behoort niet tot de kit en wordt
door de gebruiker gekozen/aangekocht.
Aansluiten van de boiler op het pijpleidingennetwerk
2.
Afbeelding 4:
Legenda: 1- Inkomende pijp; 2 – beschermklep; 3 - reduceerventiel
(bij druk in de pijpleiding boven 0.6 MPa); 4 - stopkraan; 5 – trechter
met verbinding naar de riolering; 6 - drainagebuis; 7 – uitlaatkraan
van de boiler .
82
Instructies voor gebruik en onderhoud
Bij het aansluiten van de boiler op het pijpleidingennetwerk moet
men voor de aanduidende kleurtekens /ringen/ opletten: blauwe
ring voor koud /het inkomende/ water, rode ring voor warm /het
uitkomende/ water.
De beschermklep waarmee de boiler is aangekocht moet
gemonteerd worden. Deze wordt op de ingang van het koud water
geplaatst, in overeenstemming met de op het corpus staande pijl
die de richting van het inkomende water aanduidt.
Uitzondering: Indien de plaatselijke regelingen (normen) bepalen
het gebruik van een andere beschermklep of installatie (conform EN
1487 of EN 1489), dan dient een extra beschermklep aangekocht
te worden. Voor installaties conform EN 1487 moet de hoogste
aangegeven druk 0.7 MPa zijn. Voor andere beschermkleppen
moet de druk waaraan ze gekalibreerd zijn 0,1 MPa lager dan de op
het bordje van het toestel aangeduide druk. In deze gevallen moet
men de samen met het toestel aangeleverd beschermklep niet
gebruiken.
Een andere stoppende armatuur tussen de beschermklep
(bescherminstallatie) en het toestel is niet toegelaten.
De aanwezigheid van andere (oude) beschermkleppen kan tot schade
van uw toestel leiden en deze moeten verwijderd worden.
Het schroeven van de beschermklep aan schroefdraden met een
lengte boven 10 mm is niet toegelaten, anders kan dat tot schade
van uw beschermklep leiden die gevaarlijk voor uw toestel is.
Bij de boilers voor verticale montage moet de beschermklep met de
inkomende pijp verbonden worden als het plastic paneel van het
toestel verwijderd is. Nadat de montage hiervan, moet de beschermklep
in de op afbeelding 2 aangewezen positie zijn.
De beschermklep en de hieruit naar de boiler uitgaande pijpleiding moeten
tegen bevriezing beschermd worden. Bij draineren door een drainagebuis
moet het vrije einde hiervan open aan de atmosfeer (niet ondergedompeld) zijn.
De drainagebuis moet ook tegen bevriezing beveiligd zijn.
Om het toestel met water in te vullen eerst slechts de warm
waterkraan van de mengkraan achteraf openen. Daarna de koud
waterkraan voordat openen. Het toestel is vol, wanneer uit de
mengkraan een constante stroom water begint te komen. De warm
waterkraan sluiten.
Indien de boiler leeggemaakt moet worden, eerst de elektrische
stroom hiernaartoe onderbreken. De warm waterkraan van de
mengkraan openen. De kraan 7 (afbeelding 4) openen om het
water uit de boiler weglopen laten. Indien in de installatie geen
kraan geïnstalleerd is, de boiler kan rechtsreeks uit de inkomende
pijp hiervan leeggemaakt worden door de boiler vooraf van de
pijpleiding los te maken.
Tijdens de verwijdering van de flens kan een paar liter water
weglopen die in het waterreservoir zijn gebleven.
Tijdens het leegmaken moet men maatregelen nemen om schade door
het weglopende water te voorkomen.
In geval dat de druk in het pijpleidingennetwerk hoger dan de
in paragraaf I hierboven is, dan moet men een reduceerventiel
monteren, anders zal de boiler niet correct geëxploiteerd worden.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor problemen die uit onjuiste
exploitatie van het toestel zijn voortgevloeid.
Aansluiten op het elektrische netwerk.
3.
Alvorens de elektrische voeding in te schakelen, ervoor zorgen dat
het toestel niet met water vol is.
Bij de modellen voorzien van een voedingskabel samen
3.1.
met een stekker geschiedt de verbinding door de stekker in een
stopcontact te plaatsen. De uitschakeling van het elektrische
netwerk geschiedt door de stekker van het stopcontact te halen.
Het stopcontact moet op de juiste wijze aangesloten worden op
een afzonderlijke stroomkring voorzien van beschermer. Het
stopcontact moet geaard zijn.
Waterverwarmers die tot een kit behoren die een
3.2.
voedingskabel zonder stekker bevat.
Het toestel moet aangesloten worden op een afzonderlijke
stroomkring, voorzien van een beschermer met aangegeven
nominale stroom 16А (20A voor vermogen >3700W). De
aansluiting moet constant zijn: zonder trekkerverbindingen.
De stroomkring moet beveiligd door een beschermer en een
ingebouwde installatie worden die voor het loshalen van alle polen
zorgen in geval van overspanning categorie III.
Het aansluiten van de geleiders van de voedingskabel van het
toestel dient als volgt uitgevoerd te worden:
De geleider met bruine isolatie: op de fasegeleider van de
elektrische installatie (L)
De geleider met blauwe isolatie: op de neutrale geleider van de
elektrische installatie (N)

Hide quick links:

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido