5. Afstellingen aan de UNIROOF AT/ST
5.5 Ombouwen naar een andere lasbreedte
4 Torxschroeven
6. Inbedrijfneming van uw UNIROOF AT
6.1 Werkomgeving en veiligheid
Gebruik de heteluchtlasautomaat apparaat uitsluitend in de open lucht en in goed geventileerde
ruimten.
Plaats de heteluchtlasautomaat nooit in een explosiegevaarlij ke omgeving of licht ontvlambare
omgeving en houdt steeds afstand tot brandbare materialen of explosieve gassen!
Lees het informatieblad betre ende de materiaalveiligheid van de fabrikant en volg de aanwij zin-
gen op. Let erop dat het materiaal tij dens het lassen niet verbrandt.
Gebruik het apparaat alleen in horizontale positie (hellingshoek tot 30°) en op een vuurvaste
ondergrond
Let bovendien op de lokale wetgeving betre ende veiligheid op de werkplek (beveiliging van
personen of apparaten)!
Valbeveiliging bij werkzaamheden in zones met valgevaar.
Fixeer bij lassen op de attica (borstwering, dakgoot) de heteluchtlasautomaat met de
draaggreep (5) aan een aanslaginrichting met horizontale geleidingen (bij voorbeeld
rails- of touwbeveiligingssystemen) als extra beveiliging tegen vallen.
Let bij de veiligheidsketting erop dat het totale veiligheidselement (karabij nhaak, touw) een mi-
nimaal draagvermogen, in de te verwachten richtingen, heeft van 7 kN. Het is verplicht om bij
het inhangen van de machine een karabij nhaak met sluiting (twist-lock of schroefuitvoering)
te gebruiken.d Alle verbindingen van de veiligheidsketting moeten volgens de voorschriften en
overeenkomstig de instructies van de fabrikant worden geïnstalleerd en gecontroleerd.
90
9
Stap 4: Vervangen van het lasmondstuk
(20, 30 of 40 mm)
1. Schroef de 4 torxschroeven los.
2. Verwij der de huidige module lasmond-
stuk (9).
3. Plaats het gewenste lasmondstuk (9).
4. Stel het lasmondstuk (9) af (zie Las-
mondstuk afstellen).
5. Schroef de 4 torxschroeven weer vast.