SW1 en SW2: Trillingsinstellingen
De verschillende instellingen voor normale toepassingen en zulke met
potentieel grotere trillingen op staal en de juiste instelling voor beton:
Trillingsinstellingen
Beton:
normale toepas-singen
Staal:
normale toepas-singen
Staal:
sterkere trillingen
niet in gebruik
SW3: Aanspreektijd afb. 23
Normaal: normale aanspreektijd voor normale toepassingen.
Vertraagd: verdubbelde aanspreektijd voor het vertragen van storings-
invloeden die worden veroorzaakt door automatische kassette-uitgifte-
mechanismen, geldautomaten en bij objekten met een lange doorbraak-
tijd.
SW4 en SW5: Gevoeligheidsinstelling afb. 23
De gevoeligheidsinstelling moet overeenkomstig de toepassing, het
materiaal en het objekt met de respektievelijke storingsinvloeden wor-
den gekozen.
Attentie: met het verminderen van de gevoeligheid wordt ook het detek-
tiebereik kleiner.
Attentie: bij het in gebruik nemen van de detektor moet ook op funktio-
nele geluiden worden gekontroleerd (zie "Inbedrijfstelling").
Geadviseerde instellingen voor SW3, SW4, SW5
Materialen
Radius
Objekten
Beton
3m
(met geringe storingsinvloeden)
Kluisruimte
Beton
2m
(met lichte storingsinvloeden)
Kluisruimte
Staal
1,8m
(met funktionele geluiden)
Gepantserde brandkast,
Kluisdeur
Staal
1,2m
Geldautomaat, Safedeur,
(met sterke funktionele geluiden)
Dag/nachtkluis-installatie
Kontrole op korrekte werking
Kontrole op de werking van de in de seismische detektor geïntegreerde
zelftest.
Attentie: open stuuringang op HIGH (interne beveiligingsweerstand).
Bij TEST ON (LOW) wordt de kontrole op de werking één keer uitge-
voerd en een positief resultaat wordt naar het alarmrelais en de elektro-
nische alarmuitgang gestuurd (identiek met alarm).
Leidingaansluitingsmof GMXC2 afb. 25
De leidingaansluitingsmof GMXC2 dient om een stabiele en zekere aan-
sluiting van opbouwleidingen met een buitendiameter van max. 16mm te
maken. Bij kleinere opbouwleidingen is eventueel het gebruik van een
passende verloopmof met een maximale buitendiameter van 16mm
noodzakelijk.
De leidingaansluitingsmof wordt als volgt gemonteerd:
1. De opbouwleiding wordt tot ongever 5mm vóór het huis van de detek-
tor geleid en de leidingaansluitingsmof wordt op de leiding geplaatst.
2. De aansluitkabel wordt aangesloten en met een kabelbinder vastge-
maakt aan de detektor (afb. 22).
3. Het hele aanspuitstuk in het kabelinvoergedeelte van het kunststof
huis moet eruit worden gebroken.
4. Plaats het huis van de detektor op de leidingaansluiting en op de de-
tektor en draai de schroefje in het huis vast.
Inbedrijfstelling
1. De stroom wordt ingeschakeld – na een wachttijd van een minuut is de
detektor bedrijfsklaar.
2. Test van de werking: simuleer in het overwaakte gedeelte een in-
braaksignaal door bijvoorbeeld met een schroevedraaier licht te kras-
sen – de detektor dient een alarm te aktiveren.
3. Kontroleren van storingsinvloeden: sluit een universele meter (impe-
dantie 20kΩ) aan op klem 1 (0V) en de signaaluitgangsklem 9 (Test
PT) voor het integratiesignaal:
– rustpiek
– start integratie
– max. storingspiek
– alarmdrempel (onbelast)
Normale storingen dienen de storingspiekdrempel van 3,4V niet te over-
schrijden. Als deze waarde herhaaldelijk wordt overschreden, dient de
storingsbron te worden opgespoord en te worden verholpen. De gevoe-
ligheid mag uitsluitend in uitzonderingsgevallen worden verminderd.
p14
SW1
hoog
ON
OFF
ON
laag
–
OFF
Aan-
Gevoeligheid
spreektijd
SW3
SW4
hoog
ON
ON
A
ON
B
OFF
OFF
C
ON
OFF
OFF
D
laag
<0,1V
2,5V
3,4V
4,0V
Onderhoud
Er moet regelmatig (tenminste één keer per jaar) worden gekontroleerd
of de detektor nog goed werkt en goed vast zit.
SW2
Goedkeuringen
ON
Aan alle het gebruik van het produkt betreffende nationale goedkeu-
ringseisen dient te worden voldaan.
ON
OFF
Technische gegevens
Voedingsspanning (nom. 12V)
OFF
Stroomverbruik (12V / rust)
– alarmstatus
Alarmuitgang
– relaiskontakt
Elektronische alarmuitgang (kortsluitvast ≤16V)
– alarmhoudtijd
Sabotage-overwaking
– kontaktbelasting
– voedingsspanning
– sabotagekontakt
Meetpunt-klem 9
– rustpiek
– integratiestart
– max. storingspiek
– alarmdrempel (onbelast)
Kontrole op werking (klem 4)
– voor test
– testduur
Detektieradius (beton/staal)
Detektiebereik (beton/staal)
Gevoeligheid instelbaar in
SW5
Aanspreektijd instelbaar in
ON
Trillingsinstellingen
Omgevingskondities:
ON
– bedrijfstemperatuur
– opslagtemperatuur
– luchtvochtigheid, DIN klasse F
OFF
– veiligheidsklasse huis conf. IEC
– ongevoelig tegen hf-storingsvelden
(0,1MHz...1GHz) (IEC801–3)
OFF
– max. toegestane storingspieken bij de voedingsleiding
– differentieel (IEC801–5)
– in fase (IEC801–5)
Bij de detektor geleverde onderdelen:
1 seismische detektor
1 montagehandleiding
1 montagesjabloon
3 kabelbinders
GM530
Seismische detektor
GMXP0
Montageplaatje
GMXW0 Muurinbouwset met deksel
GMXB0
Vloerdoos
GMXBS0 Piepschuimblok (uitsparing voor
vloerdoos GMXB0)
GMXC2
Leidingaansluitingsmof, 16mm
7,0...16,0V–
typ. 3mA
3,5mA
mechanisch omschakelrelais
30V– / 100mA
alarm ⇒ 0V
2,5s
mikroschakelaar
bij geplaatst deksel gesloten
30V– / 100mA
6V...<7V ⇒ alarm
naar keuze
analoog integratiesignaal
<0,1V
2,5V
3,4V
4,0V
LOW ≤3V / HIGH ≥4V
≤1s
3m
2
28m
4 trappen
2 trappen
4 trappen
–20°C...+60°C
–50°C...+70°C
<95%
IP43
≤15V/m
1kV
3kV
489 650
277 273
277 121
277 202
289 355
502 184
1454h_A4