Verschil tussen het gebruik van staal en aluminium :
- Rollen : Gebruik specifieke aanvoerrollen voor het lassen met aluminium (Groef in U-vorm).
- De druk op de aanvoerrollen van de haspel : zet er minimale druk op, zodat u de draad niet geplet wordt.
- Capillaire buis : Gebruik geen capillaire buis wanneer u met aluminium last.
- Toorts : gebruik een speciale toorts voor aluminium. Deze toorts voor aluminium heeft een teflon mantel, om de
wrijving te verminderen. De mantel NIET bij de rand afknippen !! deze mantel wordt gebruikt om de draad vanaf de
aanvoerrollen te geleiden.
- Contact buis : gebruik een SPECIALE aluminium contact buis, aangepast aan de diameter van het draad.
SEMI-AUTOMATISCH LASSEN CUSI EN CUAL (HARDSOLDEREN)
Het NEOPULSE apparaat kan lassen met CuSi en CuAl draad met een diameter van 0,8/1
Net zoals bij staaldraad moet een capillaire buis geplaatst worden en moet men een toorts met een staal-mantel gebrui-
ken.
Bij het hardsolderen moet een puur Argon (Ar) gas gebruikt worden.
MONTAGE-PROCEDURE SPOELEN EN TOORTSEN (FIG 3)
• Verwijder het mondstuk (fig F) en de contactbuis (fig E) van de toorts. Open het klepje van het apparaat.
Fig A :
• Plaats de spoel op de houder :
- Houd rekening met de aandrijfpen van de spoelhouder. Draai, om een 200 mm spoel te monteren, de spoelhouder
maximaal aan.
• Stel de de rem (2) van de spoel af, om te voorkomen dat tijdens de lasstop de draad in de war raakt. In het algemeen
: niet te strak aandraaien ! Dit kan de motor oververhitten.
Fig B :
• Plaats de geschikte aanvoerrollen. De meegeleverde rollen hebben een dubbele groef (0,8 en 1). De indicatie die lees-
baar is op de aanvoerrol geeft de dikte aan van de te gebruiken draad. Voor 0,8 draad, gebruik de 0,8 groef. Gebruik
voor het lassen van aluminium de geschikte rollen (groef met U-vorm).
Fig C :
Voor het afstellen van de druk van de aanvoerrollen, handel als volgt :
• Draai de schroef (4) maximaal los en duw deze naar beneden, steek de draad in, en hersluit de aanvoerrollen zonder
ze strak aan te draaien.
• Start de motor, door op de trekker van de toorts te drukken. Als er gas is, zal dit na 4 seconden afgesloten worden.
(de generator ook) en de draadaanvoer gaat over naar een snelheid van 4m/min, om een correcte passage door de
mantel te verzekeren.
• Draai de schroef aan en blijf ondertussen op de trekker van de toorts drukken. Stop met aandraaien wanneer de draad
meegetrokken wordt.
Nb: voor aluminium draad : zet er minimale druk op zodat u de draad niet beschadigt.
• Laat de lasdraad ongeveer 5cm uit de toorts komen, plaats daarna op het einde van de toorts de contactbuis die ges-
chikt is voor het door u gebruikte draad (fig. E), en ook het mondstuk (fig. F).
Opmerkingen :
• Een te krappe mantel kan problemen bij de draadaanvoer geven en kan de motor oververhitten.
• De aansluiting van de toorts moet eveneens goed aangedraaid worden, dit om verhitting te voorkomen.
• Controleer of nog het draad, nog de spoel in contact zijn met de mechaniek van het apparaat, dit kan kortsluiting
veroorzaken.
AANSLUITING GAS
De NEOPULSE is uitgerust met een snelkoppeling. Gebruik enkel de meegeleverde adapter. Dit apparaat kan uitgerust
worden met een spoel met Ø 200mm of 300 mm.
BEDIENINGSPANEEL
- A : De navigatie in het bovenste menu kan worden geregeld met de linker knop. De keuze/bevestiging gebeurt met
een druk op dezelfde knop.
- B: De navigatie in het onderste menu kan worden geregeld met de rechter knop. De keuze/bevestiging gebeurt met
een druk op dezelfde knop.
NEOPULSE 270-T1 / 270-T2 / 300
NL
73