Zorg dat de versterker uitgeschakeld is (schakelaar op het achterpaneel in OFF
•
-positie).
Draai RV1 "bias" volledig tegen de wijzers van klok in (naar links draaien).
•
Sluit de meegeleverde netkabel aan. Het is mogelijk dat de kabel of de
•
connector moet vervangen worden door een type dat conform is aan de
voorschriften van uw land.
Schakel de versterker in met behulp van de schakelaar op de achterzijde.
•
Schakel de netspanning uit en controleer de bekabeling en montage
Voedingsspanning-indicator LD4 licht op.
•
Als de gloeilamp (60W) uitgedoofd blijft of kortstondig oplicht dan is deze test
•
geslaagd.
Schakel de netspanning uit.
•
Verwijder de gloeilamp uit de schakeling.
•
-2- Instellen van de voorspanning "bias"
Sluit een multimeter (DC-bereik 1V of lager) parallel over de aansluitingen van
•
R42 of R43 (5W weerstand).
Schakel de netspanning in.
•
Controleer de uitlezing op de multimeter: deze zou 0V moeten weergeven.
•
Regel RV1 bij tot ongeveer 10 à 15mV (0.010V – 0.015V). Wacht nadien een
paar minuten tot de meteruitlezing stabiel is.
Opmerking: de versterker zal zichzelf na 15 minuten uitschakelen.
Verwijder de multimeter.
•
-3- Gelijkspanning 'DC' foutdetectie:
Verbind kortstondig de '+40V'-pin met de 'TEST'-pin. De rode controle-led
•
knippert en het relais schakelt af.
Trek de stekker uit.
•
De versterker is klaar voor gebruik.
-4- Monteer het frontpaneel en bevestig de achterplaat vast aan de behuizing met
behulp van 4 zelftappende schroeven (zie foto).
-5- Controleer de positie van de led's.
-6- Monteer het montageplaatje van de transformator.
-7- Controleer dat de bevestigingsbout geen contact maakt met de bedradingen!
Plaats de 4 moeren op de voorziene opening en let op de positie (zie foto).
-8- Monteer de bodemplaat en bevestig deze met 4 schroeven, kleef op iedere hoek
een rubberen voetje.
6
Plaats bij de allereerste test een gloeilamp van 60W in
serie met de voedingspanning
indien de gloeilamp continu oplicht.