CARBURATOR AFSTELLEN
De carburator is zorgvuldig op de fabriek
ingesteld. Bijstelling(en) van de stationaire
snelheid kunnen noodzakelijk zijn, als u een
of
meer
van
de
volgende
waarneemt:
S De motor loopt niet stationair wanneer de
gasklepbediening wordt losgelaten.
De stationaire loopsnelheid
bijstellen
Laat de motor stationair lopen. Stel de
stationaire loopsnelheid bij, totdat de motor
loopt zonder afslaat (stationair lopen was te
laag).
S Draai de schroef voor stationair lopen
rechtsom
om
de
motorsnelheid
verhogen als de motor afslaat.
S Draai de schroef voor stationair lopen
linksom om de motorsnelheid te verlagen.
WAARSCHUWING:
apparaat aan het einde van het seizoen of
wanneer het voor 30 dagen of meer zal worden
gebruikt klaar voor opslag.
S Geef de motor de gelegenheid af te koelen en
maak het apparaat stevig vast alvorens u het
opslaat of vervoert.
S Bewaar het apparaat en de brandstof in een
goedgeventileerde
ruimte
brandstofdampen niet in contact kunnen
komen met vonken of open vuur van boilers,
elektrische motoren of schakelaar, ovens,
enz.
S Bewaar het apparaat met alle afscherming op
zijn plaats. Plaats het apparaat zo dat het niet
per
ongeluk
persoonlijk
veroorzaken.
S Bewaar het apparaat en de brandstof buiten
het bereik van kinderen.
BUITENOPPERVLAKKEN
S Indien uw apparaat gedurende enige tijd zal
worden opgeslagen, dient u het eerst grondig
te reinigen. Bewaar het in een droge
omgeving.
S Breng een klein beetje olie aan op metalen
buitenoppervlakken.
Schroef voor stationaire
snelheid
condities
Deksel
Als u meer hulp nodig hebt of niet zeker weet
te
hoe u deze procedure uit moet voeren,
contact opnemen met erkende servicedealer.
OPSLAAN
INTERNE MOTOR
Maak
het
S Verwijder de bougie en giet 1 theelepel
tweetaktolie
tweetaktmotoren in de bougie- -opening. Trek
langzaam 8 tot 10 maal aan het startkoord om
de olie te verdelen.
S Vervang de bougie door een nieuwe van het
aanbevolen type en warmtebereik.
S Reinig het luchtfilter
waar
de
S Controleer het gehele apparaat op losse
schroeven, moeren en bouten. Vervang alle
beschadigde,
onderdelen.
S Start elk seizoen met alleen verse brandstof
die de juiste verhouding van benzine en olie
heeft.
letsel
kan
OVERIG
S Bewaar geen benzine gedurende meerdere
seizoenen.
S Vervang uw benzinecontainer indien deze
begint te roesten.
-- 70 --
voor
(luchtgekoelde)
gebroken
of
versleten