4.
V O O R B E R E I D I N G
Overtuigt u zich ervan, dat de machine tijdens het transport niet werd beschadigd. Controleer of de
netspanning met de op het typeplaatje vermelde spanning overeenstemt.
4.1
Elektrische aansluiting
Gebruik de machine alleen op een volgens de voorschriften geaard CEE-stopcontact (CEE 5-polig
3P+PE 16A 6h – 400 V). De nulleider is daarbij niet noodzakelijk.
In de DME39/DME52 dringt bij bedoeld gebruik geen water binnen, daardoor is het gebruik direct op het
stroomnet mogelijk. Aangezien bij een beschadiging van de waterbescherming niet meer is
gegarandeerd, adviseren wij, ter bescherming van de bedienende persoon een FI-schakelaar voor te
schakelen.
Let er met name op, dat alle drie de fasen onder de juiste spanning (400 V) staan.
Ongelijkmatige netspanning (fasenasymmetrie) of onderbreking van een fase (fasenuitval) vermindert
de vermogensafgifte aanzienlijk en kan tot onherstelbare motorschaden leiden.
4.2
Aansluiting van het water
Sluit de machine via de steeknippel op de watertoevoer aan.
Opgelet: max. waterdruk 3 bar
Als verbindingsstuk naar de machine gebruikt u a.u.b. een Geka-koppeling.
Gebruik alleen schoon leidingwater, aangezien door vuil water de overgang van water op de koelvlakken
aanzienlijk wordt gestoord en daardoor aan de motor onherstelbare schaden kunnen ontstaan.
Bovendien slijten de asafdichtingsringen zeer snel.
Als water uit de lekboring op de wateraansluitingsring komt, moeten de asafdichtingsringen onmiddellijk
worden vervangen.
Dit dient alleen in een geautoriseerde werkplaats te worden verricht.
Opgelet: Bij volle belasting zijn voor de koeling van de motor min. 1 l water per minuut nodig.
Open na het gebruik de kogelkraan, zodat de koelspleet leegloopt. Dit is vooral in het koude jaargetijde
belangrijk – gevaar voor vorst.
4.3
Montage in de boorstandaard
De DME39UW***/DME52UW*** wordt op de voet van het drijfwerk (zie afb.) met 4 bouten M8 op de
boorstandaard (2) bevestigd.
Kies de lengten van de schroeven daarbij zo, dat de inschroeflengte minimaal 15 mm bedraagt.
Zet de machine alleen in een stabiele en van precieze en spelingsarme geleidingen voorziene
boorstandaard.
Let erop, dat de as van de machine absoluut parallel met de zuil van de boorstandaard verloopt. Gebruik
alleen boorstandaards met voldoende stabiliteit.
4.4
Netschakelaar – AAN-UIT-schakelaar (1c) en motorbeveiliging
De DME39/DME52 is via thermoschakelaars inde statorwikkeling direct thermisch beschermd. De
belastingsstroom wordt door een in het stekkerhuis ingebouwde bescherming geschakeld. Op de
machine is de AAN-UIT-toets, die via een stuurleiding met het stekkerhuis is verbonden.
W ordt de motor thermisch overbelast, dan schakelt de veiligheidsschakelaar uit. Laat nu de koeling
doorlopen om de motor snel te laten afkoelen. In dat geval is het mogelijk, al na ca. 20 sec. weer in te
schakelen.
4.5
Netstekker (1b)
In de netstekker in een faseomzetter voor het omkeren van de draairichting geïntegreerd. Met een grote
schroevendraaier kan door verdraaien van twee fasen (contactpennen) de draairichting worden gewijzigd.
Gebruik niet het omkeren van de draairichting voor het losdraaien van de boorkroon, aangezien daardoor
schaden aan het drijfwerk kunnen ontstaan.
Gebruik de machine alleen in de opgegeven draairichting (pijl met de draairichting op de behuizing van
het drijfwerk).
4.6
Schakeling van het drijfwerk
De DME39/DME52 heeft een drijfwerk met 3 versnellingen.
Schakel nooit met geweld en alleen tijdens het uitlopen resp. bij stilstand van de machine.
Kies steeds het geschikte toerental overeenkomstig de doorsnede van de boor (zie o.a. tabel en
typeplaatje op de machine).
34