C
Sommige types zijn voorzien van een permanent filter.
Gebruik het permanente filter nooit samen met een papieren filter.
U kunt het permanente filter ook apart bestellen (zie hoofdstuk
B
'Accessoires bestellen).
C
4
Doe gemalen koffie (snelfiltermaling) in het filter.
- Als u zelf koffiebonen maalt, maal ze dan niet te fijn.
- Gebruik ongeveer twee afgestreken maatlepels gemalen koffie voor
iedere kop als u grote koppen gebruikt (bijvoorbeeld de koppen die
bij het apparaat geleverd worden).
- Gebruik een afgestreken maatlepel gemalen koffie wanneer u
kleinere koppen gebruikt.
- U kunt de hoeveelheid gemalen koffie natuurlijk aanpassen aan uw
eigen smaak.
C
5
Plaats de kop of koppen onder de uitstroomopeningen.
C
6
Schakel het apparaat in door op de knop te drukken.
Het aan/uitlampje gaat aan.
Verwijder de kop of koppen niet terwijl het apparaat aan het
koffiezetten is.
Tijdens het koffiezetten kunt u het apparaat uitsluitend uitschakelen
B
door de stekker uit het stopcontact te halen. Als u de stekker daarna
weer in het stopcontact steekt, gaat het apparaat verder met
koffiezetten totdat het waterreservoir leeg is.
7
Na het koffiezetten schakelt het apparaat automatisch uit.
Wacht, nadat het aan/uitlampje is uitgegaan, totdat er geen
koffie meer uit het filter drupt voordat u de kop of koppen
verwijdert.
- NB: het apparaat houdt de koffie niet warm!
- De nadruppelstop zorgt ervoor dat er na het koffiezetten geen koffie
op het plateau lekt. Door de nadruppelstop kan er wat water in de
filterhouder achterblijven. Dit betekent niet dat het filter verstopt is.
C
8
Als u een papieren filter heeft gebruikt, gooi het dan weg.
NEDERLANDS
17