1.3.12 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de accu's
Gevaar
2. Beschrijving van het aggregaat
1
Aarding
2
Oliebijvulplug
3
Peilaanwijzer van de brandstof
4
Dop van de brandstoftank
5
Brandstofkraan
1
Oliemeter
1
Brandstofkraan
1
Sluiting
3. Voorbereiding voor gebruik
3.1. Plaats van gebruik
Kies een schone, geventileerde en tegen weer en wind beschutte plaats.
Plaats het aggregaat op een effen, horizontaal en voldoende stevig oppervlak zodat het niet in de grond zakt (het aggregaat mag in
geen geval meer dan 10° hellen).
Zorg dat de olie- en brandstofvoorraad zich in de nabijheid van de plaats van gebruik van het aggregaat bevindt, maar wel op een
veilige afstand ervan.
3.2. Aarding van het aggregaat
Gevaar
Om de groep met de aarde te verbinden; een koperdraad van 10 mm
aardingspaal in gegalvaniseerd staal, die 1 meter in de grond geslagen is.
3.3. Controle van het oliepeil
Controleer altijd het oliepeil voor u het stroomaggregaat opstart. Voeg de nodige olie toe van het aanbevolen
type (cf. § Karakteristieken) en met behulp van een trechter, tot de bovenste grens van de meter.
Laat het aggregaat minstens 30 minuten afkoelen voor u het oliepeil controleert.
Opgelet
Verwijder de oliemeter (fig. B - rep. 1) en droog hem af.
Zet de oliemeter terug en haal hem er weer uit. Controleer het niveau visueel: het moet liggen tussen de bovenste grens van de
meter (fig. B - rep. 2) en de onderste grens van de meter (fig. B - rep. 3).
Voeg toe indien nodig (fig. A - rep. 2).
Zet de oliemeter weer op zijn plaats.
Controleer of er geen lekken zijn.
Veeg gemorste olie weg met een schone doek.
Plaats de accu nooit in de buurt van een vlam of vuur.
Gebruik alleen geïsoleerd gereedschap.
Gebruik nooit zwavelzuur of aangezuurd water om de elektrolyt bij te vullen.
6
Aan- en uitschakelaar
7
Onderbrekerschakelaars
8
Urenteller
9
Stopcontacten
10
Olieaftapplug
2
Bovenste grens van de meter
2
Brandstoffilter
2
Deksel van de luchtfilter
De stroomopwekkende groepen verdelen elektrische stroom bij hun gebruik : risico voor
elektrokutie. De stroomopwekkende groep met de aarde verbinden bij elk gebruik.
Figure A
Figure B
Figure C
Figure D
2
verbinden met de stroomopwekkende groep en met een
11
Oliefilter
12
Brandstoffilter
13
Luchtfilter
14
Startaccu's
15
Uitlaatdemper
3
Onderste grens van de meter
3
Filteronderdeel