Inleiding
De Guardian™ Sensor (3)-glucosesensor
is onderdeel van uw systeem voor
continue glucosemonitoring (CGM).
De sensor vertaalt continu kleine
hoeveelheden glucose uit uw
onderhuidse interstitiële vocht naar een
elektronisch signaal. Deze signalen
worden vervolgens door het systeem
omgezet in sensorglucosewaarden.
Risico's die verband houden met het gebruik van
de sensor
Algemene risico's van het gebruik van de sensor zijn onder meer:
• Huidirritatie of andere reacties
• Blauwe plekken
• Ongemak
• Roodheid
• Bloedingen
• Pijn
• Uitslag
• Infectie
• Bult
• Verschijning van een klein, 'sproetachtig' puntje op de
inbrengplaats van de naald
• Allergische reactie
• Flauwvallen vanwege angst voor het inbrengen van de naald
• Pijn of gevoeligheid
• Zwelling op de inbrengplaats
• Breuk of beschadiging van de sensor
• Vrijkomen van een minimale hoeveelheid bloed bij het
verwijderen van de sensornaald
• Resterende roodheid vanwege pleisters of tape (of beide)
• Littekenvorming
Gebruiksindicaties
De sensor is bedoeld om, in combinatie met de Guardian
Link (3)- en Guardian Connect-zenders, het glucoseniveau van
diabetespatiënten continu te registreren.
A
B
- 65 -
Nederlands
A. Onderstel
C
B. Naaldbe-
huizing
D
C. Sensor
D. Transpa-
rante folie