Achteraanzicht
Audiopoort (1): Verbind de extender met uw luidsprekers.
Ethernet (2): Sluit Ethernet-kabels (ook wel netwerkkabels genoemd) hierop aan om apparaten
via een kabel met uw draadloze netwerk te verbinden. De groene lampjes gaan branden als er een
Ethernet-apparaat is aangesloten en actief is op deze poorten. De lampjes knipperen als de
extender gegevens verstuurt of ontvangt via de Ethernet-poorten
Wi-Fi Protected Setup™-knop (3): Gebruik Wi-Fi Protected Setup om draadloze apparaten
automatisch en veilig aan uw netwerk toe te voegen. Zie "Wi-Fi Protected Setup gebruiken" op
pagina 13.
Voedingsaansluiting (4): Sluit de meegeleverde voedingskabel hierop aan.
Aan/uit-schakelaar (5): Alleen op Europese modellen.
3