Trix 22188 Manual Del Usuario página 5

Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 18
Informations concernant la locomotive réelle
Les locomotives de la série B VI constituèrent pendant
longtemps l'épine dorsale de l'acheminement des trains rapides
et des trains postaux des Chemins de fer Royaux Bavarois
(K.Bay.Sts.B.).
Tout au long de la période de leur construction (1863 –1871), les
machines furent sans cesse améliorées et les locomotives is-
sues des premières séries de construction furent transformées.
Ainsi, la pression de la vapeur a notamment été augmentée de 8
à 10 bars grâce à l'intégration de nouvelles chaudières et l'écran
de protection contre les intempéries a été remplacé par un
poste de conduite fermé, afin d'assurer une meilleure protection
du mécanicien et du chauffeur contre le vent et la pluie.
Etant donné que la Bavière ne disposait pratiquement pas de
réserves de charbon sur son propre territoire, de nombreuses
locomotives bavaroises étaient équipées pour une chauffe à
la tourbe recueillie dans le pays. Le pouvoir calorifique de la
tourbe étant relativement faible par rapport à celui de la houille.
Les tenders étaient, par conséquent, nettement plus grands et
couverts en raison de la sensibilité du combustible à l'humidité.
Les cheminées en forme de poire ou d'entonnoir constituent une
autre caractéristique apparente des locomotives à tourbe. Elles
étaient destinées à empêcher les projections trop importantes
d'escarbilles.
Informatie van het voorbeeld
De lokomotieven van de serie B VI vormden gedurende lange tijd
de ruggegraat van het vervoer van sneltreinen en posttreinen bij
de Königlich Bayerische Staatseisenbahnen.
Tijdens hun constructietijd van 1863 tot 1871 werden de ma-
chines voortdurend verbeterd en de lokomotieven uit de eerste
series omgebouwd. Zo werd bij de inbouw van nieuwe ketels de
stoomdruk van 8 bar tot 10 bar verhoogd en werd het scherm dat
de machinist en de stoker tegen rijwind en regen beschermde,
door een gesloten cabine vervangen.
Omdat Beieren nauwelijks over eigen kolenvoorraden beschikte,
waren veel Beierse lokomotieven voor het stoken van inheemse
turf ingericht. De stookwaarde van turf was in vergelijking met
steenkool gering. De turftenders hadden daarom een groter
volume en waren om de vochtgevoelige turf tegen vocht te
vrijwaren van een dak voorzien. Een ander uiterlijk kenmerk van
de met turf gestookte lokomotieven waren de peer- of kegelvor-
mige schoorstenen, die een overmatige vonkenregen moesten
voorkomen.
5

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido