•
De ventilator mag alleen met een toevoerleiding
met 0,75...1,5 mm² worden aangesloten. Deze
moet met een inrichting voor het scheiden van
het net met min. 3,0 mm contactopening op elke
pool zijn uitgerust.
•
De beschermingsgraad is alleen gegarandeerd
als de leidingen correct in de daarvoor bestemde
leidingdoorvoer [T1] of [T2] zijn gestoken.
•
Die aansluitspanning moet met de nominale
spanning op het typeplaatje overeenstemmen.
Functie
De ventilator wordt met een door klant beschikbaar
te stellen schakelaar ingeschakeld, voor EVN 22 R
een omkeerschakelaar gebruiken.
EVN 22 P-ventilatoren met treksnoerschakeling
kunnen met het treksnoer worden in- en uitge-
schakeld.
Overzicht
i
Reserveonderdelen zijn vet gedrukt. Bij
bestellingen van reserveonderdelen het druk-
nummer van de handleiding (zie achterkant),
de variant van het apparaat en het desbe-
treffende stuknummer vermelden.
1
buitenklep met lamellen, compleet
2
flenshuls compleet
2.1 motor
2.2 waaier
3
binnenhuis compleet
4
deksel van de aansluitdoos
5
lijmpunt (2 stuks)
6
bout, M5 x 50 mm (4 stuks)
7
aansluitsnoer EVN 22 R-buitenklep
8
borgmoer
9
steeksleutel sleutelwijdte 8, rood
10
kabelbeugel
11
klemlijst (3- of 7-polig)
12
afdichting (standaard- en R-model)
13
treksnoerschakelaar (P-model)
L
netsnoer
12
Montage
i
•
De montage mag alleen door deskundigen
worden uitgevoerd.
•
Gevaar voor snijwonden: de ruit mag niet
onder spanning staan, aangezien materiaal-
spanningen tijdens de montage de ruit kunnen
beschadigen. Evt. de ruit demonteren en
spanningsvrij inkitten.
•
Ruitdikte/wanddikte = 3...30 mm.
•
De ventilator alleen verticaal monteren.
•
Buitenklep [1] in geen geval demonteren.
•
De buitenklep alleen op een vlak oppervlak
monteren om de werking van de klep te gar-
anderen.
A Netsnoer [L] aanleggen. Gat in de ruit [S]
door een vakman laten aanbrengen. De ruit
vóór het erop plakken van de buitenklep grondig
reinigen. Bij montage op een wandplaat/houten
plaat het gat [S] boren.
B Binnendeel uit elkaar halen. Daarvoor het
binnenhuis [3] aan de zijkant vasthouden en
flenshuls [2] aan de motor uit het binnenhuis
trekken.
Deksel van de aansluitdoos [4] verwijderen. Bei
montage op een wandplaat of houten plaat evt.
flenshuls [2] op de 2 opzettelijk aangebrachte
breukplaatsen [Y] doorboren.
Bij de montage op een wandplaat of houten
plaat: op de buitenklep [1] met geopende
lamellen de vier opzettelijk aangebrachte
breukplaatsen [Z] doorboren.
C Buitenklep [1] monteren.
Buitenkant van de ruit: 4 bouten [6] in de ogen
van de buitenklep steken, tot deze vastklikken.
Beschermende folie van de lijmpunten [5]
aftrekken. Buitenklep in het gat in de ruit instellen
en op de ruit drukken.
Bij EVN 22 R eerst aansluitsnoer [7] door het
gat in de ruit steken.
Buitenkant van de wandplaat of houten plaat:
buitenklep [1] met geschikt bevestigings-
materiaal op de wandplaat of houten plaat
aanbrengen.
D,E binnendeel monteren.
Binnenkant van de ruit: flenshuls [2] op de
bouten [6] steken, instellen en voorzichtig tegen
de ruit drukken. Met steeksleutel [9] de
borgmoeren [8] met de hand vastdraaien.
– Wijzigingen voorbehouden ! –
Belangrijke opmerkingen