Eenheid met waterverwarming
Wordt aangesloten via de ingebouwde SIRe-
besturingskaart met een kabel (1,5 meter) en
stekker.
Eenheid met elektrische verwarming
De elektrische installatie wordt aan de
bovenkant van de unit gerealiseerd (fig.
2). De 3 kW-unit wordt aangesloten via
de ingebouwde besturingskaart met een
kabel van 1,5 meter en een stekker. Andere
units zijn bestemd voor permanente
installatie. De regelvoeding (230V~) en de
stroomvoorziening voor de verwarming
(400V3 ~) worden aangesloten op het
voedingsblok in de interne aansluitboxen.
Units van 2 meter vereisen een dubbele
voeding. De grootste kabeldiameter voor
het voedingsblok is 16 mm². De gebruikte
kabelpakkingen moeten voldoen aan de
eisen van de beschermklasse. Op het
verdeelpaneel moet worden aangegeven,
dat "de luchtgordijnen vanuit meer dan een
aansluiting kunnen worden gevoed".
Zie bedradingsschema's.
Type
Verwarmings-
capaciteit
[kW]
Control
0
PA2210CE05 5
PA2215CE08 8
PA2215CE12 12
PA2220CE10 10
PA2220CE16 16
*1
) De afmetingen van de externe bedrading moeten voldoen aan de van
toepassing zijnde voorschriften en lokale afwijkingen kunnen voorkomen.
PA2200C
Voltage
Minimum
[V]
oppervlakte
*2
[mm
]
2
230V~
1,5
400V3N~ 1,5
400V3N~ 2,5
400V3N~ 4
400V3N~ 2,5
400V3N~ 6
Opstarten (E)
Let op! Bij de eerste keer gebruiken of bij
het opstarten na een lange periode van
niet gebruiken, kunnen tijdelijk een kleine
hoeveelheid rook en een geringe geur
optreden. Dit is volledig normaal.
De batterij aansluiten (W)
De installatie moet door een gekwalificeerde
installateur worden uitgevoerd.
De waterbatterij heeft koperen buizen
met aluminium vinnen en is geschikt voor
aansluiting op een gesloten waterverwarming.
De verwarmingsbatterij mag niet worden
aangesloten op een hoofdwaterleiding of open
watersysteem.
Let erop dat de eenheid moet worden
voorafgegaan door een regelklep, zie de
kleppenset van Frico.
De waterbatterij wordt aangesloten op de
bovenkant van de unit met flexibele koperen
leidingen met ø15 mm en een geschikte
koppeling of soldering. De aansluitingen naar
de batterij moeten worden voorzien van
afsluitkleppen (niet inbegrepen) voor een
probleemloze verwijdering.
Een ontluchter moet op een hoog punt
in het leidingsysteem worden aangesloten.
Luchtkleppen zijn niet inbegrepen.
Aanpassing van het luchtgordijn en de
luchtstroom
De richting en snelheid van de luchtstroom
moeten op basis van de belasting op de
opening worden afgesteld. Drukkrachten
beïnvloeden de luchtstroom en zorgen dat
deze in het pand stroomt (als het pand
verwarmd en de buitenlucht koud is).
De luchtstroom moet daarom naar buiten
worden gericht om de belasting te weerstaan.
In het algemeen geldt: hoe hoger de belasting,
hoe groter de benodigde hoek.
Basisinstelling ventilatorsnelheid
Wanneer de deur geopend is, wordt de
ventilatorsnelheid ingesteld met de regelaar.
Let erop dat de richting van de luchtstroom
en de ventilatorsnelheid eventueel nog verder
moeten worden aangepast, afhankelijk van de
belasting van de deur.
NL
61