Controleer of de extra handgrepen (8) goed vast-
zitten en schroef ze indien nodig stevig aan.
Kom nooit met uw hand in de buurt van de draai-
ende machineonderdelen of schuurband.
Verwijder schuurstof en dergelijke uitsluitend bij
uitgeschakelde en stilstaande machine.
De toelaatbare bandsnelheid van de schuurband
dient minstens zo hoog te zijn als de bandsnelheid
bij onbelast toerental die op het elektrisch gereed-
schap staat aangegeven. Een schuurband die
sneller draait dan toelaatbaar, kan breken en
wegvliegen.
Controleer voor gebruik altijd of de schuurband juist
is aangebracht en volledig op de rollen ligt. Voer
een testloop uit: Laat de machine onder veilige
omstandigheden 30 seconden bij onbelast
toerental lopen. Direct stoppen wanneer aanzien-
lijke trillingen optreden of wanneer andere
gebreken vastgesteld worden. Wanneer deze
toestand zich voordoet, controleer de machine dan
om de oorzaak vast te stellen.
4.1
Speciale veiligheidsvoorschriften voor
elektrische machines:
Trek de stekker uit het stopcontact voordat u het
apparaat instelt, ombouwt, reinigt of er onderhoud
aan pleegt.
Verzeker u ervan dat de machine is uitgeschakeld
wanneer u de stekker in het stopcontact steekt.
Bij de bewerking, met name van
metaal, kan zich geleidende stof in
de machine afzetten. Hierdoor kan elektrische
energie overgaan op de machinebehuizing. Dit kan
tijdelijk het risico van een elektrische schok met zich
meebrengen. Daarom is het noodzakelijk om de
lopende machine zeer regelmatig en grondig door
de achterste ventilatiesleuven uit te blazen met
perslucht. Hierbij dient de machine stevig te worden
vastgehouden.
Het wordt aanbevolen om gebruik te maken van
een stationaire afzuiginrichting en een
aardlekschakelaar (FI) voor te schakelen. Wanneer
de machine door de FI-veiligheidsschakelaar wordt
uitgeschakeld, dient hij gecontroleerd en gereinigd
te worden. Motorreiniging zie hoofdstuk8.
Reiniging.
4.2
Speciale veiligheidsvoorschriften voor
accumachines:
Haal het accupack uit de machine voordat instel-,
ombouw-, onderhouds- of reinigingswerkzaam-
heden uitgevoerd worden.
Verzeker u ervan dat de machine bij het insteken
van het accupack uitgeschakeld is.
Accupacks tegen vocht beschermen!
Accupacks niet aan vuur blootstellen!
Geen defecte of vervormde accupacks gebruiken!
Accupacks niet openen!
Contacten van de accupacks niet aanraken of kort-
sluiten!
Uit defecte Li-ion-accupacks kan een licht
zure, brandbare vloeistof lopen!
Wanneer er accuvloeistof naar buiten loopt
en met de huid in aanraking komt, deze
onmiddellijk afspoelen met overvloedig
water. Wanneer er accuvloeistof in uw ogen komt,
dient u ze uit te spoelen met schoon water en u
onmiddellijk onder behandeling van een arts te
stellen!
Transport van Li-ion-accupacks:
Op de verzending van Li-ion accupacks is het
voorschrift voor het transport van gevaarlijke stoffen
(UN 3480 en UN 3481) van toepassing. Informeer
bij het versturen van Li-ion accupacks naar de
actueel geldende voorschriften. Informeer u ook bij
uw transportbedrijf. Gecertificeerde verpakking is
bij Metabo verkrijgbaar.
Verstuur accupacks alleen als de behuizing
onbeschadigd is en er geen vloeistof uit lekt. Voor
het verzenden haalt u het accupack uit de machine.
De contacten tegen kortsluiting beschermen (bijv.
met tape isoleren).
Bij een defecte machine dient u het accupack uit de
machine te halen.
5. Overzicht
Zie pag. 2, en 3.
1 Accupack (RB 18 LTX 60)
2 Toets voor de indicatie van de capaciteit
(RB 18 LTX 60)
3 Capaciteits- en signaalindicatie (RB 18 LTX 60)
4 Toets voor de accupack-ontgrendeling
(RB 18 LTX 60)
5 Elektronische signaalindicatie (RB 18 LTX 60)
6 Stoffilter (RB 18 LTX 60)
7 Schakelschuif voor het in-/uitschakelen
8 Extra handgreep
9 Schuurband
10 Schuurkop
11 Pijl (bewegingsrichting van de schuurband)
12 Instelschroef (voor het instellen van de
spankracht)
13 Spanhendel
14 Stelknop voor het instellen van de bandsnelheid
(RBE 9-60)
15 Schuurbandrol
16 Drukveer
17 Schroef (zie hoofdstuk 6.4 en 6.5)
6. Ingebruikneming
6.1
Speciaal voor elektrische machines
Netaansluiting
Controleer alvorens het apparaat in gebruik te
nemen of de op het typeplaatje aangegeven
netspanning en netfrequentie overeenkomen met
de gegevens van het elektriciteitsnet.
Bandsnelheid instellen
NEDERLANDS nl
21