ROBO RF DATA LINK BEDIENINGSHANDLEIDING
NL
8 Communicatie tussen 2 ROBO Interfaces via RF Data Link
radiografische
pc−module
Interface 1
De radiografische pc−module wordt via de USB van stroom voorzien en moet derhalve met de computer zijn verbonden.
Er vindt tijdens de werking geen gegevensuitwisseling met de pc plaats.
Om alle deelnemers eenduidig te definiëren en elke deelnemer weet of berichten die verzonden worden voor hem zijn
bestemd, krijgt een ieder een zgn. radio−oproepnummer. Dit nummer wordt in ROBO Pro in de interfacetest onder
het tabblad Info vergeven (zie ook hoofdstuk 6 Instellingen in ROBO Pro"). De als satelliet gebruikte radiografische
pc−module heeft altijd het radio−oproepnummer 0. Het radio−oproepnummer van de radiografische pc−module kan niet
worden gewijzigd. In ROBO Pro zitten zend− en ontvangstmodules, waarmee de afzonderlijke deelnemers berichten ver-
sturen en ontvangen.
9 Aanwijzingen ten aanzien van de reikwijdte
De reikwijdte van de radiografische verbinding bedraagt ongeveer 10 meter bij een ongehinderd zicht. Hindernissen
(bijv. wanden, kasten) kunnen de reikwijdte beïnvloeden, net als elektronische apparaten, die de radioverbinding
storen.
Wanneer 2 interfaces via een radiografische pc−module met elkaar communiceren kan de afstand tussen de beide inter-
faces tot 2 x 10 meter worden vergroot, aangezien voor elk geldt dat de afstand tussen een interface en de radiografische
pc−module 10 meter kan bedragen.
26
PC
Interface 2
Interface 1
Met behulp van de RF Data Link kunnen 2 interfaces met elkaar
communiceren, waarop elk een programma in de download−modus
draait. Een radiografische pc−module dient daarbij als "verbindings−
station" of "satelliet" en organiseert de communicatie tussen de beide
deelnemers.
radiografische
pc−module
Interface 2