Inbedrijfstelling
Wanneer het ContiPressureCheck-systeem voor het eerst in gebruik
wordt genomen, moet het systeem worden geïnitialiseerd volgens de
volgende stappen.
NL
1. Controleer of de CCU en de centrale telematicaeenheid van stroom
2. Sluit het handleesapparaat aan op de diagnosepoort op het display
3. Volg de instructies voor het initialiseren van het ContiPressureCheck-
Als de centrale telematicaeenheid vervolgens is aangesloten op een
bestaand, eerder gebruikt ContiPressureCheck-systeem, is een volledige
initialisatie niet nodig. In dit geval moet alleen de eerder gebruikte CAN-
instelling worden gecontroleerd en indien nodig worden gewijzigd in
CPC + J 1939.
AANWIJZING
►
Als een ContiPressureCheck-systeem zonder display
(variant B) wordt gebruikt, kan het systeem pas
worden geïnitialiseerd nadat de installatie van de
centrale telematicaeenheid is voltooid. Voor de
configuratie moet het handleesapparaat met de
diagnosestekker van kabelboom L op het systeem
worden aangesloten.
worden voorzien.
(variant A) of op de kabelboom L (variant B) en schakel deze in.
systeem volgens de handleiding van het handleesapparaat. Deze kan
worden gedownload op
www.contipressurecheck.com/downloads.
AANWIJZING
►
Het ContiPressureCheck-systeem moet altijd worden
geconfigureerd volgens CAN-busformaat CPC + J1939.
44