ons) op de veiligheidsvoorschrif-
ten.
WAARSCHUWING
voor verbranding. Raak de
stoomstraal nooit vanop korte
afstand met de hand aan en
richt de straal nooit op mensen
of dieren.
Gevaar voor ver-
branding door te hoge wateraf-
gifte wanneer u het apparaat bij
gebruik meer dan 30° laat hel-
len.
Alleen bij SC 1-apparaten
Gevaar voor verbranding bij
heet stoomreservoir. Laat het
stoomreservoir voor het vullen
met water eerst afkoelen.
SC 3 / SC 3 Upright-apparaten
Gevaar voor verbranding.
Laat apparaat- en toebehoren-
delen, in het bijzonder de bo-
demdoek resp de
handbedekking, eerst afkoelen
alvorens ze aan te raken.
vaar voor verbranding. Gebruik
het apparaat niet voor de reini-
ging van expansievaten, omdat
gevaar voor barsten en explode-
ren bestaat.
Verbrandingsge-
vaar aan het bodemmondstuk.
Voorkom dat lichaamsdelen on-
der het bodemmondstuk terecht
komen. Gebruik het bodem-
mondstuk nooit zonder schoe-
nen.
Gevaar voor verbranding.
Gebruik het apparaat alleen, als
het volledig gemonteerd is en
correct functioneert.
Gevaar
Niet bij
Ge-
Gevaar
Nederlands
voor verbranding. Laat het ap-
paraat volledig afkoelen, alvo-
rens het op te bergen.
toebehoren nooit los van het ap-
paraat zolang er stoom uittreedt.
l Bij het losmaken van toebe-
horen kan er heet water vrijko-
men. Laat het apparaat eerst
afkoelen.
Open de onder-
houds-/veiligheidssluiting nooit
tijdens het bedrijf. Laat het ap-
paraat eerst afkoelen.
de stoomhendel/stoomknop tij-
dens het bedrijf niet vast.
vang een beschadigde
stoomslang direct door een door
de fabrikant aanbevolen stoom-
slang.
Stoom geen voorwerpen
die stoffen bevatten die gevaar-
lijk zijn voor de gezondheid (zo-
als asbest).
VOORZICHTIG
bewaar het apparaat alleen con-
form de beschrijving en afbeel-
ding.
Controleer het apparaat
en toebehoren, voornamelijk de
stroomkabel, veiligheidssluiting
en stoomslang, voor elk gebruik
op correcte toestand en bedrijfs-
veiligheid. Gebruik het apparaat
niet als het beschadigd is. Ver-
vang beschadigde componen-
ten onmiddellijk.
apparaat alleen in als zich water
in het stoomreservoir bevindt.
Het apparaat kan anders over-
verhit raken, zie hoofdstuk Hulp
bij storingen in de gebruiksaan-
wijzing.
Ongevallen of bescha-
Maak
Klem
Ver-
Gebruik of
Schakel het
27