Betreffende de reiniging en het onderhoud:
NIET DOEN
Gebruik geen oplosmiddel in
poeder, sprays voor het
reinigen van de oven of
schuursponzen dien het glas
kunnen krassen.
Gebruik geen puntige
voorwerpen, metaalsponzen
of messen om aangekoekte
etensresten op het oppervlak
te verwijderen.
Gebruik geen messen, me-
taalsponzen en dergelijke
om de verbinding van het
glas met de sierstrippen, de
branders of de profielen van
de metalen sierstrippen
schoon te maken.
Schuif de pannen niet over
het glas, want dit kan gekrast
worden. V ermijd eveneens
dat er harde of puntige
voorwerpen op het glas
vallen. Stoot niet tegen de
kookplaat aan.
Zandkorrels, die bijvoorbeeld
afkomstig zijn van groente,
kunnen krassen op het
glazen oppervlak maken.
Gesmolten suiker of voedsel met een hoog suikergehalte dat gemorst is, moet onmiddellijk gereinigd worden van
de kookzone met behulp van de schraper voor glas. Na het reinigen van de roosters, droog deze volledig voor
er opnieuw mee te koken, de aanwezigheid van waterdruppels of vochtige zones bij het aanvangen van het koken
kunnen eventuele beschadigingspunten van het email veroorzaken.
Wees voorzichtig met de stoppen van de roosters wanneer u ze reinigt, deze zouden kunnen loskomen en het
glas of het profiel met de rooster krassen bij het volgende gebruik.
64
WEL DOEN
Reinig, na elk gebruik, het
oppervlak van de respectieve
elementen van de brander
wanneer deze afgekoeld is.
Indien er resten op blijven gekookt
voedsel, vetdruppels, enz., hoe
klein ook, zullen deze vastkoeken
op het oppervlak en zullen
vervolgens moeilijker te verwijderen
zijn.
Om de branders en de roosters
schoon te houden, dienen deze
regelmatig te worden gereinigd
door ze onder te dompelen in
zeepsop en ze met een niet metalen
borstel af te borstelen. Op deze
manier blijven de openingen en
gleuven schoon, zodat de vlam
correct kan branden.
Droog de hoedjes van de branders
en de roosters altijd af als ze nat
zijn geworden.
Gebruik een schraper voor glas,
en altijd vlak op het glas, let er
vooral op deze niet te dicht bij de
sierstrippen van de gasbranders
te brengen.
Bij het beë indigen van de reiniging,
alle elementen van de brander
drogen samen met de
overeenstemmende kelk. De ring
en het branderdeksel dienen
ingezet te zijn bij het plaatsen op
de branderkelk.
Vocht en een niet correcte stand
van de respectieve elementen
van de brander beïnvloeden de
gelijkvormigheid van de vlam die
gegenereerd wordt.