NL
10. WOORDENLIJST
Wisselstroomstekkerbus – De aansluitbus voor de voor wisselstroomtoepassing gebruikte apparaatstekker.
Luchtfilter – Hij verwijdert stof uit de inlaatlucht van de motor.
Carburateur – Een apparaat dat wordt gebruikt om brandstof en lucht in de juiste verhoudingen goed
te mengen en het mengsel in de verbrandingskamer van de motor te brengen.
Choketuimelaar – Deze wordt gebruikt om een goed startmengsel te leveren als de motor koud is.
De chokehendel moet uitgetrokken worden naar de AAN / ONpositie bij het starten van een koude motor.
Gelijkstroomonderbrekerschakelaar – Hij beschermt gelijkstroomcircuits tegen beschadiging vanwege over-
belasting of kortsluiting door de stroom van elektriciteit tussen de generator en het apparaat te stoppen.
Gelijkstroomstekkerbus – De voor het laden van een 12 V accu gebruikte aansluitbus.
Peilstok – Hij sluit de olievulgat van de motor af en wordt gebruikt voor het aangeven van het oliepeil
van de motor.
Aftapplug – Een plug die verwijderd kan worden om de vloeistofinhoud van de motor te laten leeglopen.
ECON schakelaar – Deze wordt gebruikt om de motorsnelheid automatisch te reduceren wanneer alle
belasting wordt uitgeschakeld of ontkoppeld. Als hoge elektrische belastingen gelijktijdig worden verbonden,
schakel dan de ECON schakelaar naar de UIT- / OFF-positie om de spanningswisselingen te reduceren.
Draai bij het gebruik van de gelijkstroomuitgang de ECON schakelaar naar de UIT / OFFpositie.
AAN- / ON positie: om brandstofverbruik te minimaliseren en geluidsniveau's verder te reduceren als er
geen belasting wordt toegepast.
UIT- / OFF-positie: het ECON systeem werkt niet.
Brandstofschakelaar – Deze regelt de brandstofstroom van de brandstoftank naar de carburateur.
Aardingsklem – Verbindt de generator met aardleiding voor bescherming met aarde.
Olie-indicatielamp – Voordat het oliepeil onder een veilige limiet daalt, zal de olie-indicatielamp (rood)
AANgaan en zal het oliewaarschuwingssysteem de motor automatisch stoppen.
158