9. Werking
Swing-functie (voor de unit zonder modellen voor automatisch en links
draaien)
Luchtstroomrichting omhoog en omlaag en zwaaien
•
Gebruik de "Swing (Beweging)"-knop om de luchtstroomrichting
omhoog/omlaag aan te passen.
1. Druk elke keer op de knop, het rooster zwaait 6 graden.
2. Houd de knop 2 seconden ingedrukt, en deze verandert in de zwenkmodus
omhoog en druk nogmaals op om die te stoppen. Wanneer de Op-
neer swing-functie is geactiveerd, verschijnt de
toepassing op alle modellen)
•
De bediening kan verwijzen naar de volgende instructies voor de unit met
vier Op-neer lamellen die afzonderlijk kunnen worden bediend.
1. Druk op de "Swing (Beweging)"-knop om de Op-neer aanpassing
jaloezie-functie te activeren.
Het
2. Door op de knop " " of " " te drukken, kunt u de beweging van vier
lamellen selecteren. Telkens wanneer u op de knop drukt, selecteert de
draadcontroller in een volgorde die gaat van: (het pictogram -0
dat de vier lamellen tegelijkertijd bewegen.)
merk zalflitsen. (Niet van toepassing op alle modellen)
markering . (Niet van
betekent
20-NL