brander aanslaat. (Afb. 3-4)
Houd de klepknop vervolgens ongeveer 10 seconden ingedrukt (Afb.5). Indien de generator na het
loslaten van de klepknop afslaat, dient de handeling herhaald te worden waarbij de klepknop iets langer
ingedrukt blijft. Regel de gastoevoer overeenkomstig het gewenst warmtevermogen: draai de kraan naar
links voor het toenemen van het vermogen, naar rechts voor het verminderen.
Afb 5
Afb 4
Afb 2
Afb 3
Automatisch toestel
Zet de ventilatorschakelaar op stand II (Winter) en controleer of de ventilator draait. Na een
kortstondige preventilatie gaat de vlam branden.
Regel de gastoevoer al naar gelang het gewenst warmtevermogen: draai de kraan naar links voor het
toenemen van het vermogen, naar rechts voor het verminderen.
Indien de generator enkele seconden na het ontsteken van de vlam geblokkeerd wordt, gaat de
controledrukknop RESET branden. Controleer in dit geval of alle instructies van de voorgaande
paragraaf("Installatie") nauwkeurig zijn opgevolgd.
Druk na ongeveer 1 minuut de knop RESET alle aangegeven handelingen voor de in werkingstelling.
LET OP
Controleer in geval van moeilijke of onregelmatige in werking stelling of de ventilator niet
geblokkeerd is en of de luchtinlaat- en uitlaatleidingen geheel vrij zijn.
3.2 UITSCHAKELEN
Om de generator uit te schakelen dient de fleskraan dichtgedraaid te worden. Laatde ventilator draaien
totdat de vlam uitgaat en zet de ventilatorschakelaar vervolgens op O.
3.3 ZOMERVENTILATIE
De generator kan tevens als ventilator gebruikt worden.Verwijder in dit geval de gastoevoerpijp en steek
de stekker in een daarvoor geschikt stopkontakt.
Zet de schakelaar in stand I.
4. ONDERHOUD
Reparatie- of onderhoudswerkzaamheden mogen uitsluitend uitgevoerd worden door deskundig
personeel.
Het apparaat dient minstens eenmaal per jaar gecontroleerd te worden door een vakbekwaam technicus.
In geval van langdurige stilstand verdient het aanbeveling het apparaat volledig te laten nakijken door een
deskundig technicus alvorens het weer in gebruik te nemen.
Er dient in het bijzonder op het volgende gelet te worden:
Controleer de gastoevoerslang en maak in geval van vervanging uitsluitend gebruik van originele onderdelen.
Alvorens welke onderhoudshandeling dan ook uit te
voeren, dientde gasleiding losgemaakten de stekker uit
het stopkontakt verwijderd te worden.
Controleer de gastoevoerpijp regelmatig en gebruik in
geval van vervanging alleen originele onderdelen.
Controleer de stand van de ontstekingselektrode (Afb.6).
Controleer
of
de
verbindingen
van
de
veiligheidsthermostaat en het thermokoppel volledig
schoon zijn. Zelfs de geringste roestvorming kan de
Afb 6
goede werking van de generator negatief beinvloeden
BE
NL
13