NL
4. Bereide gerechten moeten in luchtdichte
bakken worden bewaard.
5. Verse, verpakte producten mogen op de
schappen worden bewaard. Vers fruit en groenten
dienen in de groenteladen bewaard te worden.
6. Flessen worden bewaard in de deurschappen
of op de flessenhouder.
7. Om rauw vlees te bewaren wikkelt u het in een
plastic zak en plaatst u het op de koudste plaats van
het koelkastgedeelte. Laat vleessappen van rauw
vlees niet in contact komen met andere producten.
Bewaar rauw vlees uit veiligheidsoogpunt niet
langer dan twee of drie dagen.
8. Voor een maximale efficiëntie mogen de
verwijderbare schappen niet worden afgedekt
met papier of andere materialen, zodat de koele
lucht er vrij rond kan circuleren.
9. Bewaar geen plantaardige olie in de
deurvakken. Bewaar etenswaren verpakt, ingepakt
of bedekt. Restanten van ingeblikte etenswaren
mogen niet in het blik worden bewaard.
Temperatuurmeting en -regeling
De werkingstemperaturen worden bediend via de
regelknop en kan op elke positie tussen 1 en 5
(koudste stand) worden ingesteld. De gemiddelde
temperatuur in de koelkast dient rond de +5
graden C te zijn (+41 graden F). Pas de regelknop
daarom aan om de gewenste temperatuur te
verkrijgen. Bepaalde delen van de koelkast
kunnen kouder of warmer zijn (bijvoorbeeld de
groentelade kouder en bovenin de kast warmer).
Dit is normaal. We raden aan de temperatuur met
een nauwkeurige thermometer te controleren
zodat u zeker weet dat de compartimenten op de
gewenste temperatuur blijven. Onthoud dat elke
keer dat de deur wordt geopend er koude lucht
ontsnapt waardoor de binnentemperatuur stijgt.
Laat de deur daarom nooit open staan en zorg dat
deze onmiddellijk wordt gesloten nadat u er
levensmiddelen in of uit hebt gehaald.
Vóór ingebruikstelling
Laatste controle
Controleer vóór ingebruikstelling van het apparaat of:
1. De binnenkant droog is en of de lucht
achteraan vrij kan circuleren.
2. De binnenkant schoon is, zoals aanbevolen in
het hoofdstuk "Schoonmaak en onderhoud".
3. De stekker in het stopcontact zit en de
elektriciteit is aangesloten. Wanneer de deur
wordt geopend, gaat het binnenlampje branden.
Ter informatie:
4. U hoort een geluid wanneer de compressor
start. De vloeistof en de gassen die zich in het
koelsysteem bevinden, kunnen ook wat lawaai
veroorzaken ongeacht of de compressor werkt.
Dit is normaal.
Gebruikershandleiding
5. Een lichte golving van de bovenkant van de
koelkast is normaal wegens het gebruikte
fabricatieproces; het is geen defect.
6. Wij raden u aan de knop op het midden in te
stellen en de temperatuur te volgen, zodat het
apparaat de vereiste bewaartemperaturen
behoudt (Zie het hoofdstuk Temperatuurmeting
en -regeling).
7. Het apparaat niet onmiddellijk na inschakeling
volladen. Wacht tot de juiste bewaartemperatuur
wordt bereikt. Wij raden u aan de temperatuur op
te meten met een accurate thermometer (zie:
Temperatuurmeting en -regeling).
Verse etenswaren invriezen
Gelieve de volgende instructies in acht te nemen
om de beste resultaten te bereiken.
Vries nooit een al te grote hoeveelheid in één
keer in. De kwaliteit van het eten blijft het best
geconserveerd wanneer het zo snel mogelijk
goed wordt diepgevroren. Overschrijd de
vriescapaciteit van uw toestel niet binnen een
tijdspanne van 24 uur. Warm eten in het lage
temperatuur vak plaatsen, heeft tot gevolg dat de
machine aan één stuk door blijft koelen totdat het
eten vast is diepgevroren. Dit kan tijdelijk leiden
tot een overmatige afkoeling van het
koelkastgedeelte. Houd de instelknop op de
middenpositie wanneer u verse etenswaren
invriest. Kleine hoeveelheden etenswaren, tot 1/2
kg (1 lb.), kunnen worden ingevroren zonder de
temperatuurknop te verdraaien. Zorg er goed
voor geen diepvriesproducten te mengen met
verse etenswaren.
IJsblokjes maken
De vorm voor ¾ met water vullen en in het
vriesvak plaatsen. Maak aangevroren vormen los
met het uiteinde van een lepel of een gelijkaardig
instrument; gebruik nooit scherpe voorwerpen,
zoals messen of vorken.
Ontdooien
A) Koelkastgedeelte
Het koelkastgedeelte ontdooit automatisch. Het
dooiwater loopt naar de afvoerpijp via een
verzamelbak aan de achterkant van het apparaat
(Afb. 4). Tijdens het ontdooien kunnen zich
waterdruppels vormen aan de achterkant van het
koelkastgedeelte, waar de verborgen verdamper
zit. Sommige druppels kunnen op de voering
blijven zitten en opnieuw aanvriezen wanneer het
ontdooiproces is afgelopen. Gebruik geen puntige
of scherpe voorwerpen, zoals messen of vorken,
om de aangevroren druppels te verwijderen. Als
het dooiwater op een bepaald moment niet van het
verzamelkanaal wegloopt, controleer dan of er
geen etensresten zitten die de afvoerpijp blokkeren.
19