Algemene Informatie - Ingersoll Rand ARO FE034A Serie Manual De Usario

ALGEMENE INFORMATIE

BETREFFENDE: VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN IN BEDRIJF STELLEN
ELECTRISCHE/PNEUMATISCHE BOORMACHINES MET AUTOMATISCHE VOEDING
LEES DEZE HANDLEIDING EERST ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U
De werkgever is er verantwoordelijk voor dat deze informatie in handen van de operator terecht komt.
VEREISTE LUCHTTOEVOER
Voor een maximaal bedrijfsrendement dient u voor dit pneumatische gereeds-
chap de volgende luchttoevoerspecificaties aan te houden:
•
MAXIMALE LUCHTDRUK - - 90 p.s.i.g. (6,2 bar)
•
LUCHTFILTRATIE - - 50 micron
•
SLANGFORMAAT - - 5/16" (8 mm) binnendiameter
Een FILTER/REGULATOR (filter/regelaar) voor de luchtleiding, AROR model
P29231- - 110, plus 100067 meter wordt aangeraden voor het in stand houden
van de bovengenoemde luchttoevoerspecificaties.
Maak altijd gebruik van schone, droge lucht. Stof, corroderende rook en/of teveel
vocht kunnen de motor van pneumatisch gereedschap beschadigen. Een lucht-
leidingsfilter kan de levensduur van pneumatisch gereedschap aanzienlijk ver-
lengen. Het filter verwijdert roest, schilfers, vocht en ander vuil uit de
luchtleidingen. Een lage luchtdruk (minder dan 100 p.s.i.g., 6,9 bar) vermindert
de snelheid van het pneumatische gereedschap. Hoge luchtdruk (meer dan 100
p.s.i.g., 6,9 bar) verhoogt de prestaties tot boven het nominale vermogen van het
gereedschap en kan letsel veroorzaken. De afbeelding hieronder toont een ka-
rakteristieke opstelling van de leidingen.
HOOFDLEIDINGEN 3 MAAL DE AFMETING VAN INLAATOPENING
VAN PNEUMATISCH GEREEDSCHAP
NAAR LUCHTSYSTEEM
NAAR PNEUMATISCH
GEREEDSCHAP
REGELAAR
AFTAKKINGSLEIDING 2 MAAL DE
AFMETING VAN INLAATOPENING
VAN PNEUMATISCH GEREEDSCHAP
REGELMATIG AFTAPPEN
AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN
Na de volledige demontage dienen alle onderdelen, met uitzondering van geslo-
ten en afgeschermde lagers, schoongemaakt te worden met een oplosmiddel.
Gebruik voor het opnieuw smeren van onderdelen, of voor het routinematige
smeren, de volgende aanbevolen smeermiddelen:
Waar gebruikt ARO onderdeelnr.
''O"- - ringen, lipafdichtingen
en luchtcilinder
Schuifspieën, tandwielen
en lagers
BEDIENING
Te weinig of te veel smeermiddel beïnvloedt de prestaties en de levensduur van
dit gereedschap. Gebruik alleen de aanbevolen smeermiddelen op onders-
DEZE APPARATUUR INSTALLEERT, BEDIENT OF ONDERHOUDT.
IN BEDRIJF STELLEN
FILTER
COMPRESSOR
Beschrijving
36460 4 oz. (110 g) draderig smeermiddel
33153 5 lb. (2.3 kg) ''EP"- - NLGI #1 vet
WAARSCHUWING
taande tijdstippen:
FE054B- ( )- ( )EU en FE074A- ( )- ( )EU: OM DE 160 DRAAIUREN VAN HET
GEREEDSCHAP - Behalve bij de modellen met rechtstreekse aandrijving (mo-
dellen met rechtstreekse aandrijving zijn uitgerust met een smeernippel) - - 1 tot 2
slagen smeervet (33153) via de smeernippel in het tandwielhuis spuiten. De
tandwieloverbrenging moet circa 1/4 oz. (7 g) smeervet bevatten. De schuif-
spieën moeten circa 1/4 oz. (7 g) smeervet bevatten.
OM DE 2000 DRAAIUREN VAN HET GEREEDSCHAP - Demonteer het ger-
eedschap volledig en maak alle mogelijke slijtagepunten schoon en inspecteer
ze.
Een klem is verkrijgbaar voor de montage van het gereedschap. De klem past
over de buitendiameter van het schuifmofhuis en is voorzien van een kruisspie-
baan en 4 #10- - 24 schroefdraadgaten om gebruikt te kunnen worden met spieën
en spiebanen.
Bij het Electra- - Feed gereedschap (gereedschap met elektrische invoer) van
ARO wordt de benodigde startmotor niet meegeleverd. De startmotor moet vol-
doen aan de plaatselijke en/of landelijke verordeningen met betrekking tot het
gebruik van dit soort elektrische apparatuur en moet voorzien zijn van een over-
belastingsbeveiliging voor de motor. De aanbevolen overbelastingsinstellingen
staan aangegeven op het schema voor de elektrische aansluitingen (op de bin-
nenzijde van het deksel van het stopcontact). De voeding, startmotor en toeges-
tane waarden volgens het motorfabrikantenplaatje moeten gelijkwaardig zijn.
De motorspanningsvereisten staan afgebeeld op het schema voor de elektrische
aansluitingen.
VERZEKER U ERVAN DAT DE STROOMTOEVOER UIT IS VOORDAT U
WELKE AANSLUITINGEN DAN OOK IN DE ELEKTRISCHE BEDRADING
MAAKT.
HET NIET GOED AARDEN VAN DE MOTOR KAN HET PERSONEEL ERN-
STIG LETSEL TOEBRENGEN.
BELEMMER DE LUCHTSTROMING NAAR OF VAN DE MOTORKOELVENTI-
LATOR NIET. BESCHADIG HET MOTORVENTILATORDEKSEL NIET. HOUD
KLEINE VOORWERPEN BIJ DE OPENINGEN IN HET VENTILATORDEKSEL
VANDAAN.
Sluit de startmotor op de motor aan. De minimale draaddikte moet AWG no. 14 of
daarmee gelijkwaardig (4107 circular mil) zijn en voldoen aan de plaatselijke en/
of landelijke verordeningen met betrekking tot het gebruik van dit soort elek-
trische apparatuur.
Schakel de stroomtoevoer in zodra de motor is aangesloten. Als de as van het
apparaat niet gaat draaien of in de verkeerde richting draait, schakel de startmo-
tor dan onmiddellijk uit. Schakel de stroomtoevoer uit en controleer de bedrading
opnieuw.
(Nederlands)
MONTAGE
INSTALLATIE
WAARSCHUWING
P23
23