Push Pull (optioneel)
Via toets C4 kunt u andere bijzondere programma's (opti-
oneel verkrijgbaar) selecteren.
Materiaal C1
FCAW M.
Massieve vuldraad van metaal
FCAW R.
Massieve vuldraad van rutiel
FE
(Ferrum) ijzer
CrNi 307
Chroomnikkelstaal
CrNi 308
Chroomnikkelstaal
CrNi 316
Chroomnikkelstaal
AlMg
Aluminium-magnesium
AlSi
Aluminium-silicium
CuSi
Koper-silicium
CuAl
Koper-aluminium
Draaddiameter C2
0,6-2,4 mm Ø
Beschermgas C3
CO2
Kooldioxide
Ar/15-25 CO2
Argon met 15-25% kooldioxide
Ar/5-15 CO2
Argon met 5-15% kooldioxide
Ar/2,5 CO2
Argon met 2,5% kooldioxide
Argon
Argon
Tab. 6:
Bedieningspaneel 'Lasprogramma's'
10
Push Pull (optioneel)
Via de functie 'Brander/hulpas' kunt u een Push Pull brander/
hulpas bij uw lasapparaat gebruiken.
10.1
Push Pull voorbereiding (hardware)
In geval van voorbereiding op Push Pull af fa-
i i
briek of naderhand aangebracht (hardware)
– is in het menu 'Machineconfiguratie' onder
parameter 'PPn' (PushPull-brander) alleen
de waarde 1 (analoge PushPull) beschikbaar
– en moet u voor het aangesloten Push Pull
brander twee parameterwaarden bepalen
en instellen
Instellen van een analoge Push Pull brander
 Druk op de toets 'Draadaanvoer' en inspecteer de functie
voor het aanvoeren van lasdraad van uw lasapparaat en
Push Pull brander. Beide toevoerfuncties moeten de las-
draad in dezelfde richting transporteren.
 Wijzig zo nodig de richting van de lasdraadaanvoer van de
Push Pull brander via het menu 'Machineconfiguratie' on-
der parametercode 'PPd' .
 Wijzig de richting van de lasdraadaanvoer van de Push Pull
brander via het menu 'Machineconfiguratie' onder para-
metercode 'PPd' .
02.20
Daarbij geldt:
– Lage waarde = lage snelheid
– Hoge waarde = hoge snelheid
– De snelheid van de Push Pull brander moet worden
verlaagd als de aanvoer van lasdraad achterblijft of als
het verbruik aan lasdraad te hoog is
– Stuikt daarentegen de lasdraad tijdens het toevoeren?
Verhoog dan de snelheid van de Push Pull brander
10.2
Push Pull upgrade
Via de additionele Push Pull upgrade
i i
 Installeer, als u dat nog niet hebt gedaan, de Push Pull up-
grade.
Zie hoofdstuk "12 NFC-functies" op pagina 60.
i i
Push Pull brander selecteren
 Selecteer in het menu 'Machineconfiguratie' onder de
parameter 'PPn' (Push Pull brander) aan de hand van de
lijst 'MicorMIG push-pull torch' uw aangesloten Push Pull
brander.
Zie hoofdstuk "7 Menu 'Machineconfiguratie'" op pagina 56.
Bij keuze van een al ondersteunde Push Pull brander (2 ...
31) hoeft u verder niets in te stellen.
Is de door u aangesloten Push Pull brander niet beschik-
baar? Selecteer dan de brander 'Analoge Push Pull' (1).
Zie hoofdstuk "Instellen van een analoge Push Pull brander"
op pagina 59.
10.3
Push Pull potentiometerbrander
i i
Via de potentiometer regelt u de hoofdparameter 'Toevoer-
snelheid van de lasdraad' . Tijdens het lassen volgens de me-
thoden 'Synergic' en 'SpeedArc' kunt u ook de hoofdparame-
ters 'lasstroomsterkte' en 'materiaaldikte' selecteren en laten
uitlezen.
9 De linker 7-segmentindicator A4 toont de actuele, door de
potentiometer begrensde waarde van die hoofdparame-
ters.
 Draai een keer (een klik) aan draaiknop A41.
909.3049.9-03
– zijn in het menu 'Machineconfiguratie' on-
der parameter 'PPn' (PushPull-brander) alle
ondersteunde Push Pull branders beschik-
baar
– en worden de aanvoer van lasdraad voor de
geselecteerde Push Pull brander en die van
het lasapparaat gesynchroniseerd
Daarna moet u het lasapparaat opnieuw star-
ten (uitschakelen en weer inschakelen).
Let erop dat de potentiometer van de brander
tijdens het inschakelen van het lasapparaat
niet op de stand 'minimum' staat. Het lasappa-
raat zal anders de potentiometer niet herken-
nen waardoor deze niet zal functioneren.
- 59 -