Ref. 11/497-A
3.4 Selección del tipo de señal de preaviso
El generador interno de la señal de preaviso
está configurado para generar una señal de tipo
con tres tonos. Para configurar una señal de
tipo bi-tonal es preciso quitar el puente aplicado
en el conector CN101.
3.5 Regulación de la del señal de preaviso
El usuario puede ajustar el nivel y el tono de
la señal de preaviso maniobrando, respecti-
vamente, los condensadores de ajuste P107
y P108.
NOTA
si en el sistema hay instalados varios módulos
de salida (ver los ejemplos en los párr. 2.5.1 y
2.5.2) será preciso reducir a cero el nivel de
salida de todos los generadores de señal de
preaviso salvo de aquél del cual se desea
conseguir la señal.
3.6 VU-METER
El condensador de ajuste P106 permite calibrar
el indicador de barras de LED [1]. El indicador
visualiza el nivel de la señal de salida en la toma
BAL. OUT [10]. Este indicador sale ya calibrado
de la fábrica a fin de encender el LED 0 cuando
el nivel de salida alcanza el valor de 0.775 V
3.7 Transformador de línea
La salida principal BAL. OUT [9] está balanceada
electrónicamente. Es posible equipar esta salida
con un trasladador de línea introduciendo la
tarjeta accesoria TM92 en el conector CN102
después de haber quitado los dos puentes
presentes. El trasladador de línea permite
conseguir un perfecto aislamiento galvánico de
la línea de salida.
38
3.4 Keuze van het attentiesignaal
De interne generator van het attentiesignaal
is ingesteld om een drietonig signaal te
genereren. Om een tweetonig signaal in te
stellen, dient u de jumper te verwijderen van
connector CN101.
3.5 Afstelling van het attentiesignaal
De gebruiker kan het volume en de toon van
het attentiesignaal afstellen met behulp van de
instelpotmeters P107 en P108.
OPMERKING
indien er meerdere uitgangsmodules in het
systeem zijn geïnstalleerd (zie de voorbeelden
uit par. 2.5.1 en 2.5.2), is het noodzakelijk het
uitgangsniveau van alle attentiesignaal modules
op nul te zetten, met uitzondering van het
uitgangsniveau van de module waarvan men
het signaal wil verkrijgen.
3.6 VU-METER
Met de instelpotmeter P106 kunt u de
ledindicatie [1] afstellen. De indicator geeft het
niveau van het uitgangssignaal bij de aansluiting
BAL. OUT [10] aan. Deze indicator is in de
fabriek reeds zodanig afgesteld dat hij de led 0
.
inschakelt wanneer het uitgangsniveau een
RMS
waarde bereikt van 0.775 V
3.7 Lijntransformator
De hoofduitgang BAL. OUT [9] is elektronisch
gebalanceerd. Het is mogelijk deze uitgang uit
te rusten met een lijntransformator door de
extra print TM92 in connector CN102 te steken
na de twee aanwezige jumpers te hebben
verwijderd. De lijntransformator zorgt ervoor
dat er een galvanische scheiding van de
uitgangslijn wordt verkregen.
- PMS2000 System -
PM2040-B
.
RMS